Centraal staat de vraag of het UWV verzoekster beloofd heeft om zowel de beginners- als de costumièreopleiding te vergoeden of alleen de beginnersopleiding. Dit in het kader van de re-integratie.
De contacten tussen de werkcoach en verzoekster verliepen bijna alleen via de e-mail. Er was één gesprek geweest tussen verzoekster en de werkcoach. Tijdens dit gesprek had verzoekster een offerte c.q. globale begroting van de beoogde cursus aan de werkcoach overhandigd.
Naar aanleiding van het onderzoek van de Nationale ombudsman deelde de werkcoach mee dat er geen uitdrukkelijke toestemming was gegeven voor de costumièreopleiding. Dit kwam doordat het voor de werkcoach vooraf moeilijk in te schatten was of verzoekster de beginnersopleiding ook echt versneld zou kunnen afronden. Als dat laatste het geval was, dan zou de werkcoach kijken of de costumièreopleiding nog vergoed kon worden. Op dat moment speelde de beperkte inzet van het re-integratiebudget nog niet. De werkcoach had geen telefoonnotitie of e-mail waaruit bleek dat zij geen toezegging had gedaan. Zij gaf toe dat gemaakte afspraken niet schriftelijk waren vastgelegd.
Volgens de werkcoach wist verzoekster dat alleen de beginnersopleiding zou worden vergoed. De werkcoach verwees naar een bepaalde passage uit een e-mail van verzoekster. Daarom weigerde het UWV alsnog de meerkosten voor de costumièreopleiding te vergoeden.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de passage waarnaar het UWV verwijst voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Bovendien blijkt het UWV de eigen rol niet te hebben meegewogen bij het afwijzen van het verzoek de meerkosten te betalen, namelijk dat afspraken niet waren vastgelegd. Hierdoor ontstond ruimte voor discussie. De klacht is gegrond wegens schending van het redelijkheidsvereiste.
Aanbeveling: alsnog vergoeden van de meerkosten van de costumièreopleiding ad € 165.