2011/171: Man klaagt over gebruik handboeien ondanks meewerkendheid bij aanhouding

Rapport

Op 1 december 2008 werd verzoeker in zijn woning aangehouden door politieambtenaren van de politie Zuid-Holland-Zuid wegens bedreiging van zijn vrouw. Verzoeker kreeg handboeien om en werd geboeid in een politiebus vervoerd naar het politiebureau. Verzoeker vroeg de Nationale ombudsman om een onderzoek in te stellen naar het gebruik van handboeien bij zijn aanhouding. Verzoeker klaagt erover dat de betrokken politieambtenaren hem handboeien hebben omgedaan terwijl hij vrijwillig meeging.

Het aanleggen van handboeien geen automatisme zijn. Voor de keuze voor handboeiengebruik bestaat, naast het kader van de betreffende Ambtsinstructie, de afwegingsruimte van de betrokken politieambtenaar voor het wel of niet gebruiken van handboeien. De betrokken ambtenaar moet in een specifiek geval de afweging maken of de aanwezige veiligheidsrisico's het aanbrengen van de boeien naar redelijk inzicht rechtvaardigen; hem komt de ruimte toe om de omstandigheden van de situatie en de persoon van de verdachte te beoordelen. Daarom hecht de Nationale ombudsman bij de beoordeling van deze klacht veel waarde aan de aan hem mondeling afgelegde verklaringen van de betrokken politieambtenaren. Des te meer nu verschillende redenen zijn opgegeven voor het gebruik van handboeien in deze zaak. Afgaande op de verklaringen van de betrokken politieambtenaren, stelt de Nationale ombudsman vast dat hier geen sprake was van een situatie waarin het gebruik van handboeien noodzakelijk of naar redelijk inzicht gerechtvaardigd was. Voldoende staat vast dat verzoeker voornamelijk werd geboeid vanwege de aard van het feit waarvoor hij werd aangehouden in combinatie met zijn verleden van (huis)geweldsincidenten. Gelet op de verklaringen van de betrokken ambtenaren kan de Nationale ombudsman niet anders dan concluderen dat de feiten en omstandigheden niet zodanig waren dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat er een concreet veiligheidsrisico of risico op vluchtgevaar bestond.Het boeien was dan ook niet noodzakelijk nu enkel de aard van het feit niet voldoende is om over te gaan tot boeien. Verzoekers recht op onaantastbaarheid van het lichaam is dan ook niet voldoende gerespecteerd.

Recht op onaantastbaarheid van het lichaam: niet behoorlijk

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

handboeien omgedaan terwijl hij vrijwillig meeging

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

tijdens transport naar politiebureau geboeid

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

klachten over pijn in de rug door handboeiengebruik genegeerd

Oordeel:

Niet gegrond