Verzoeker is 39 jaar voorzitter geweest van een stembureau. Verzoeker is 29 jaar raadslid en 12,5 jaar wethouder geweest in Epe voor de lokale partij Nieuwe Lijn. Sinds juni 2007 schrijft verzoeker een column in het weekblad Veluws Nieuws. Op 30 juni 2009 schreef verzoeker in zijn column over zijn ervaringen als voorzitter van een stembureau tijdens de Europese verkiezingen van juni 2009. Tijdens deze verkiezingen was de Experimentenwet Kiezen op afstand van toepassing en konden stemgerechtigden stemmen in een stemlokaal naar keuze. Dit experiment hield in dat burgers zich dienden te legitimeren als zij hun stem uit wilden brengen. Verzoeker schreef onder andere dat het hem persoonlijk zwaar viel dat hij mensen, die hij al tientallen jaren kende, moest terugsturen om hun legitimatiebewijs thuis op te halen. Verzoeker had ook kritiek op de burgemeester die op de avond van de verkiezingen een raadsvergadering had gepland, waardoor de op het stembureau aanwezige raadsleden niet konden helpen met het tellen van de stemmen. Op 16 september 2009 deelde het college verzoeker mee dat hij niet meer zou worden gevraagd om zitting te nemen in een stembureau vanwege de uitspraken die hij had gedaan in zijn column. Volgens het college mag er geen enkele twijfel bestaan dat een voorzitter van een stembureau de Kieswet volledig naleeft.
Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Epe hem, na bijna veertig jaar voorzitter te zijn geweest van een stembureau, niet meer heeft uitgenodigd om zitting te nemen op een stembureau tijdens de verkiezingen voor de gemeenteraad op 4 maart 2010.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat niet is gebleken dat verzoeker zich niet aan de Kieswet heeft gehouden. De beslissing van het college om verzoeker niet meer te benoemen als voorzitter van een stembureau wordt niet door feiten ondersteund. De Nationale ombudsman overwoog dat het er eerder op lijkt dat het college verzoeker niet wilde herbenoemen vanwege zijn kritische opmerkingen over de burgemeester. Deze opmerkingen waren echter niet van dien aard dat zij de beslissing om verzoeker niet te herbenoemen rechtvaardigden.
De Nationale ombudsman heeft de klacht getoetst aan het verbod van vooringenomenheid. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk. Zowel het college als verzoeker hebben aangegeven dat zij een gesprek zinvol zouden vinden. De Nationale ombudsman doet het college de aanbeveling het initiatief te nemen voor een gesprek met verzoeker.