Verzoeker, een juridisch adviseur, klaagde erover dat de politie Utrecht stelselmatig wettelijke termijnen overschrijdt bij de behandeling van verzoek-, bezwaar- en klachtprocedures die hij namens cliënten voerde.
De Nationale ombudsman stelde een onderzoek in aan de hand van drie verzoekschriften op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB), die in de periode van 2007 tot en met 2009 in eerste instantie door twee cliënten van verzoeker zelf waren ingediend en waarvan verzoeker de behandeling op enig moment had overgenomen.
In reactie op de klacht liet de korpsbeheerder weten dat hij de klacht gegrond achtte omdat in de verschillende fasen van die verzoekschriftprocedures de wettelijke termijnen waren overschreden. Hij gaf aan dat het probleem van onder andere de overschrijding van WOB-termijnen al langere tijd onderwerp van zorg was, niet alleen bij de politie Utrecht maar ook bij andere korpsen.
Hij stelde dat er inmiddels op regionaal en landelijk niveau overleg wordt gevoerd met de andere politiekorpsen om tot verbetering te komen. Bij die overleggen zijn ook instanties als het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten betrokken. Daarnaast is bij Vts Politie Nederland, Nederlands Politie Instituut een landelijk WOB-coördinator aangesteld die zich bezig houdt met de coördinatie van landelijke WOB-verzoeken.
Intern overleg bij de politie Utrecht zelf en de verruiming van de WOB-termijnen heeft ertoe geleid dat WOB-verzoeken bij de politie Utrecht inmiddels sneller worden opgepakt en afgehandeld.
De Nationale ombudsman constateerde tijdens het onderzoek dat in verschillende fasen in de drie onderzochte WOB-verzoeken termijnen, soms ruimschoots, waren overschreden. Hij achtte de klacht daarom gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid. Gezien de maatregelen die sindsdien zowel door de politie Utrecht intern, alsook op landelijk niveau zijn getroffen, zag de Nationale ombudsman echter geen aanleiding meer tot het doen van een aanbeveling.