Mevrouw Zomer kwam in financiële problemen omdat ze de huur niet kon betalen. De toeslagen waren namelijk stopgezet omdat haar huurder als medebewoner werd aangemerkt. Zijn inkomen werd bij dat van mevrouw Zomer opgeteld.
Mevrouw Zomer klaagde er bij de Nationale ombudsman over dat de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) erg lang deed over de behandeling van haar bezwaarschriften tegen de beschikkingen huurtoeslag over de jaren 2012 tot en met 2014. Vlak voor Toeslagen die beschikkingen nam was haar bezwaarschrift over de huurtoeslag 2011 gegrond verklaard omdat er geen sprake was van een medebewoner. In de beschikkingen voor de jaren 2012 en volgende werd de huurder opnieuw als medebewoner aangemerkt.
De Nationale ombudsman stelde vast dat de behandelingsduur van de bezwaarschriften veel te lang was, zeker nu een oplossing op korte termijn voor het grijpen lag. Daarvoor waren drie momenten.
Toeslagen had bij de afhandeling van het bezwaarschrift over 2011 meteen ook de voorschotten huurtoeslag over 2012, 2013 en 2014 overeenkomstig de beslissing op bezwaar over 2011 kunnen (her)berekenen. Door dit na te laten, moest mevrouw Zomer nogmaals bezwaar maken tegen de toeslagen voor de volgende jaren met alle gevolgen van dien.
Verder sloeg Toeslagen geen acht op een brief van mevrouw Zomer waarin zij erop wees dat het over 2011 en de volgende jaren om hetzelfde probleem ging. Ten slotte ondernam Toeslagen geen actie nadat mevrouw Zomer had aangegeven niet met de verdere verlenging van de beslistermijn van het bezwaarschrift in te stemmen. Volgens de ombudsman liet Toeslagen dan ook op geen enkele manier blijken dat hij daadwerkelijk geïnteresseerd was in wat mevrouw Zomer belangrijk vond, namelijk spoedige afhandeling van haar bezwaarschrift. Dit waren gemiste kansen, die mevrouw Zomer een hoop zorgen hebben opgeleverd. Verder leverde dit voor Toeslagen veel onnodig extra werk op en een ontevreden toeslaggerechtigde.
De Nationale ombudsman acht de onderzochte gedraging niet behoorlijk, wegens strijd met het vereiste van voortvarendheid.