Een werkneemster van verzoekster heeft tijdens haar ziekteperiode in het kader van haar re-integratie op 25 mei 2009 bij het UWV om een deskundigenoordeel gevraagd. De vraagstelling daarbij was of in het re-integratietraject door de werkgever hervatting van de werkzaamheden bij de eigen werkgever voldoende waren onderzocht. In dat kader heeft een verzekeringsarts van het UWV de werkneemster onderzocht en rapporteert dat de werkneemster in staat moet worden geacht om meer uren te werken en verder dat hij standpunt van de bedrijfsarts dat er een zware urenbeperking is niet kan onderbouwen. De verzekeringsarts geeft in zijn rapportage verder aan dat hij tweemaal heeft geprobeerd om contact op te nemen met de bedrijfsarts, maar dat dit niet is gelukt.
Verzoekster klaagt erover dat de verzekeringsarts niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het vaststellen van de belastbaarheid van haar werkneemster omdat hij de bedrijfsarts niet heeft gehoord over zijn standpunt. Verder klaagt verzoekster erover dat bij de behandeling van haar klacht door het UWV alleen de verzekeringsarts van het UWV is gehoord.
Bij het tot stand komen van een medisch oordeel in het kader van een deskundigenoordeel brengt het vereiste van hoor en wederhoor met zich mee dat de verzekeringsarts zowel bij de arbodienst van de werkgever als bij de werknemer informatie verzamelt om tot een weloverwogen oordeel te komen. De verzekeringsarts had meer inspanning moeten verrichten om de belastbaarheid van de werkneemster met de bedrijfsarts te bespreken. Het vereiste van hoor en wederhoor brengt in het kader van de klachtbehandeling met zich mee dat het UWV verzoekster in de gelegenheid had moeten stellen om te worden gehoord.
Vereiste van hoor en wederhoor, de onderzochte gedragingen zijn niet behoorlijk.