2010/299

Rapport

Casus

Op 13 september 2007 hield de politie een bromfietscontrole op het Krugerplein in Amsterdam. Tijdens de controle was het rumoerig en grimmig. Een groep jongeren probeerde een aanhouding te voorkomen. Omdat waar­schuwingen en vorderingen om weg te gaan niet hielpen, werd hulp gevraagd aan de politieruiters. Verzoeker klaagde erover dat een politieruiter hem zonder aanleiding en zonder waarschuwing op zijn hoofd sloeg met de lange wapenstok. Verzoeker liep daardoor een hersenschudding en psychische klachten op.

Geen schending

De Nationale ombudsman is van oordeel dat de politie het vereiste dat grondrechten worden gerespecteerd, in dit geval het recht op onaantastbaarheid van het lichaam, niet heeft geschonden.

Er was sprake van een grimmige situatie die dreigde te escaleren. Een groep jongeren omsingelden een aantal politieambtenaren op een agressieve wijze. De jongeren schreeuwden, scholden, spuugden en maakte slaande bewegingen richting de politie. Ook gooiden zij kiezelstenen naar de politie. De betrokken politieruiter zwaaide met zijn lange wapenstok met de kennelijke bedoeling het publiek te waarschuwen. De politieruiters duwden het publiek met behulp van hun paarden weg. Hoewel verzoeker en de getuigen verklaren dat zij niet hebben gehoord dat verschillende politieambtenaren riepen dat zij zich moesten verwijderen, was het voor getuige M. wel duidelijk dat zij daar weg moesten gaan. Gezien het voorgaande had het redelijkerwijs ook voor verzoeker duidelijk moeten zijn dat de situatie was geëscaleerd. Door te blijven nam verzoeker deel aan de escalatie en nam hij het risico dat de politie geweld zou toepassen jegens hem.

Naar het oordeel van de Nationale ombudsman was de geweldtoepassing door politieruiter W. gerechtvaardigd en was er in die zin sprake van een verantwoorde escalatie. W. is een zeer ervaren politieruiter en de lezing die hij geeft van het verdere verloop komt de Nationale ombudsman geloofwaardig voor. Door eerst te kiezen voor minder ingrijpende middelen, zoals het duwen met zijn paard en het aanprikken met de wapenstok, heeft politieruiter W. het recht op onaantastbaarheid van het lichaam voldoende gerespecteerd. Dat zijn wapenstok, omdat zijn paard, hijzelf en verzoeker bewogen, onbedoeld op verzoekers hoofd terecht kwam, valt hem in de gegeven omstandigheden niet te verwijten en komt voor risico van verzoeker.

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

Verzoeker met lange wapenstok op het hoofd geslagen.

Oordeel:

Niet gegrond