Verzoekster, ervaren demonstrant uit Leiden, klaagt over het optreden van de politie tijdens
demonstraties voor de abortuskliniek. Zelf nam zij deel aan de demonstratie van Pro Choice, voor vrije abortus. Tegelijkertijd was er een demonstratie van de actiegroep Pro Life voor de bescherming van het ongeboren kind. Toen deze demonstraties botsten maakte de politie afspraken voor een ordelijk verloop. Verzoekster klaagde erover dat de politie haar identiteitsbewijs vorderde, terwijl de politie wel wist wie zij was. De Nationale ombudsman achtte dit in strijd met het verbod van misbruik van bevoegdheid. Het ging hier niet om een aanhouding vanwege strafbare feiten, maar om handhaving openbare orde. Gegevens van verzoekster waren voldoende bekend voor dat doel, zij had al het formulier van aanmelding aan de politie getoond. Evenmin was er sprake van een verhoogd veiligheidsrisico. Verzoekster klaagde er ook over dat zij geboeid was afgevoerd. Ook deze klacht achtte de Nationale ombudsman gegrond. In dit geval achtte hij het gebruik van boeien niet gerechtvaardigd nu er geen sprake was van een veiligheidsrisico, dreigende escalatie of vluchtgevaar. De politie had verzoekster ook stevig kunnen vastpakken en wegvoeren. Het aanleggen van de boeien had mogelijk een stigmatiserend en criminaliserend effect en was ook gezien de geringe aard van het vergrijp niet gewenst. Tenslotte klaagde verzoekster erover dat zij knielend op de grond van de politiebus was vervoerd. Deze klacht achtte de Nationale ombudsman niet gegrond. Verzoekster had passief verzet gepleegd door zich slap te houden. In die situatie was het voor de politie ondoenlijk haar op een stoel te sjorren. Verzoekster had door zich zo op te stellen als ervaren demonstrant bewust zelf het risico genomen op deze oncomfortabele wijze vervoerd te worden.