Onderzoek op eigen initiatief naar de behandeling van de heer M, Nigeriaans artiest, bij de politie-inval in de nacht van 15 op 16 juni 2007 tijdens een groot Afrikaans feest in de Amsterdamse Bijlmermeer.
De inval wordt gedaan igv artikel 50 van de Vreemdelingenwet, controle op rechtmatig verblijf, met de verwachting dat tijdens het feest een hoge opkomst werd verwacht van leden van West-Afrikaanse, m.n. Nigeriaanse, illegale criminele netwerken.
Wanneer M na een pauze juist weer zijn show wil hervatten gaan plotseling binnen en buiten de grote lichten aan en komen er tientallen agenten binnen. M die daags ervoor vanuit Nigeria en in het bezit van een geldig visum in Nederland was aangekomen wordt geboeid afgevoerd. De volgende dag wordt hij weer vrijgelaten echter niet nadat eerst zijn visum gedeeltelijk wordt ingetrokken omdat hij zich niet direct na binnenkomst in Nederland had gemeld op het politiebureau en dat hij aan het werk was zonder werkvergunning. Deze argumenten houden geen stand. Aanmelden van visumplichtigen kan binnen 3 dagen en eventueel via de administratie van een hotel. Voor eenmalige optredens van buitenlandse artiesten is geen vergunning verplicht. De politie heeft M vernederend behandeld in de zin van artikel 3 EVRM door hem ten overstaan van zijn fans geboeid af te voeren en vervolgens op onterechte gronden zijn visum in te perken.
De onderzochte gedraging is niet behoorlijk.
Ps.
Dit onderzoek is ahw het vervolg op het onderzoek van rapport 2009/170 waarin de politiecontrole in z'n geheel is onderzocht. Tijdens dat onderzoek kon onvoldoende aandacht worden besteed aan de situatie van M.