De ex-echtgenote van verzoeker heeft het LBIO verzocht de inning van de kinderalimentatie over te nemen. Verzoeker werd daarover op 13 februari 2007 geïnformeerd. Vervolgens ontstond er tussen het LBIO en verzoeker een discussie over het rekeningnummer waarop verzoeker de alimentatie had betaald en moest gaan betalen.
Verzoeker klaagt erover dat het LBIO de inning van de kinderalimentatie heeft overgenomen, terwijl hij op dat moment niet op de hoogte was van het rekeningnummer van zijn ex-echtgenote. Ook klaagt verzoeker erover dat het LBIO onterecht stelt dat hij in een bepaalde maand geen alimentatie heeft betaald.
De discussie tussen verzoeker en het LBIO over het juiste rekeningnummer is ontstaan omdat verzoeker de betalingen in eerste instantie op een voormalig gezamenlijke rekening heeft gedaan. Nadat dit was opgehelderd heeft het LBIO verzoeker op de hoogte gesteld van een juist rekeningnummer en hem in de gelegenheid gesteld de achterstand alsnog te voldoen. Toen dit niet gebeurde is de inning overgenomen. Vervolgens heeft verzoeker het LBIO laten weten niet eerder op de hoogte te zijn geweest van een juist rekeningnummer, dus dat het LBIO de inning onterecht had overgenomen. De Nationale ombudsman was dit niet met verzoeker eens. Het LBIO heeft verzoeker namelijk vóórdat de inning daadwerkelijk werd overgenomen nog in de gelegenheid gesteld de achterstand te voldoen en uiteindelijk tien maanden na het verstrekken van het rekeningnummer de inning daadwerkelijk overgenomen. Deze klacht is getoetst aan het vereiste van rechtszekerheid
Ook de andere klacht van verzoeker is ongegrond verklaard. Deze klacht is getoetst aan het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
