Verzoekster raakte betrokken bij een aanrijding, waarna politieambtenaren ter plaatse kwamen en een proces-verbaal en registratieset opmaakten. In deze registratieset staat vermeld dat verzoekster geen voorrang verleende. Hiermee was verzoekster het niet eens.
Verzoekster klaagde er onder meer over dat de politie de toedracht van de aanrijding aanvankelijk onvoldoende zorgvuldig heeft weergegeven, onder andere door geen acht te slaan op de foto's die zij had ingebracht van de aanzienlijke schade.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de toedracht van de aanrijding in het geheel niet vast stond omdat de verklaringen van verzoekster en de tegenpartij elkaar tegenspraken. Ook de verklaring van de getuige gaf geen uitsluitsel over de schuldvraag. De politie had dan ook geen conclusies mogen trekken over de schuldvraag en de verklaringen van betrokkenen en getuige in de registratieset moeten opnemen. Dat aanvankelijk geen acht werd geslagen op de foto's viel de politie niet te verwijten, omdat verzoekster deze pas bijna twee jaar later had ingebracht.
De politie had in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid gehandeld.
Verzoekster klaagde er verder over dat de politie de tegenpartij na de aanrijding alle aandacht heeft gegeven en zij naar het politiebureau moest komen om een verklaring af te leggen; de politie haar haar verklaring niet heeft laten ondertekenen, haar geen kopie van de verklaring heeft meegegeven en een aantal punten niet in de verklaring heeft opgenomen; de politie haar niet heeft teruggebeld; de politie de aangedragen getuigen niet heeft gehoord; de politie aan bureau slachtofferhulp heeft doorgegeven dat zij schuldige was, en dat de politie de aanbeveling van de klachtencommissie niet heeft opgevolgd door opnieuw onderzoek te doen naar de toedracht van de aanrijding.