Verzoekster klaagde er in haar brief van 8 december 2008 over dat het college van burgemeester en wethouders nog geen beslissing had genomen op haar uit maart 2008 daterende bezwaarschrift, terwijl de bezwaarschriftencommissie reeds op 17 juni 2008 had geadviseerd het bezwaarschrift gegrond te verklaren.
Bij de opening van het onderzoek was het college gewezen op het standpunt van de Nationale ombudsman inzake de behandelingsduur van bezwaarschriften door overheidsinstanties. Desondanks werd van het college, ook na rappel, geen reactie ontvangen. Wel ontving de Nationale ombudsman een afschrift van de beslissing van het college, gedateerd 25 juni 2009 op het bezwaarschrift.
De Nationale ombudsman overwoog dat bestuursorganen, uit een oogpunt van geloofwaardigheid, zich strikt gebonden dienen te achten aan wettelijke voorschriften inzake voor hen geldende wettelijke termijnen en van hen een zodanige inrichting van de organisatie mag worden verlangd dat termijnoverschrijding wordt voorkomen. Nu door het college geen enkele verklaring, laat staan rechtvaardiging, was gegeven voor het uitblijven van de beslissing op een bezwaarschrift is gehandeld in strijd met het vereiste van fair play door eerst na ruim vijftien maanden na de indiening van het bezwaarschrift en ruim een jaar nadat de commissie bezwaarschriften advies had uitgebracht te beslissen op het bezwaarschrift. De klacht was gegrond
Het vorenstaande was tevens aanleiding aan het rapport de aanbeveling te verbinden om binnen zes maanden een plan van aanpak op te stellen teneinde overschrijding van de behandelingstermijnen van bezwaarschriften te voorkomen.