Verzoekster had recht op een WIA-uitkering, maar was ook nog werkzaam bij twee werkgevers. Het UWV diende in principe in dat geval de WIA-uitkering via de werkgevers uit te betalen. Dit was systeemtechnisch niet mogelijk, waardoor het bedrag aan WIA-recht rechtstreeks aan verzoekster werd uitbetaald. Het UWV had de kwestie echter anderhalf jaar laten liggen, waardoor verzoekster een nabetaling kreeg van 17.735 euro.
Verzoekster klaagde erover dat het UWV onvoldoende klantgericht had gehandeld. Meer in het bijzonder klaagde zij erover dat het UWV een bedrag van 17.735 euro op haar rekening had gestort dat zij zelf diende te verrekenen met de twee werkgevers, zonder dat het UWV hierbij een splitsing van het bedrag naar werkgever gaf.
Na onderzoek concludeerde de Nationale ombudsman dat het UWV op verzoeksters rekening een groot bedrag had gestort zonder uit zichzelf een goede specificatie te geven waarmee verzoekster de kwestie kon afhandelen met haar werkgevers. Ook na een verzoek van verzoekster om hulp ondernam het UWV geen actie, hoewel dit wel was toegezegd. Pas na onderzoek door de Nationale ombudsman verstrekte het UWV een specificatie waarmee verzoekster de zaak kon regelen met haar werkgevers.
Het UWV had in strijd gehandeld met het vereiste van rechtszekerheid.