Verzoeker liep in 1999 als gevolg van een ongeval een whiplash op, waardoor hij zijn werk als bijstandsconsulent bij de gemeente Doetinchem niet meer kon doen. Verzoeker had geen recht op een Wao-uitkering, omdat niet kon worden vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid het gevolg was zijn whiplash en een reïntegratie bleek niet mogelijk. Op 9 mei 2005 informeerde het college van burgemeester en wethouders verzoeker over zijn voornemen om hem te ontslaan vanwege ongeschiktheid voor zijn functie, anders dan wegens ziekte of gebreken. Dat ontslag is geëffectueerd per 1 april 2006.
Verzoeker klaagt er over dat hem in feite nooit is verklaard waarom het college in mei en juni 2005 naar hem een onderzoek door een bedrijfsrecherchebureau heeft laten instellen en of een anonieme tipgever de werkelijke aanleiding was voor een onderzoek naar zijn eventuele werkzaamheden als stratenmaker.
De Nationale ombudsman overwoog dat op een tip die feitelijk is onderbouwd en die voldoende aanknopingspunten biedt kan worden gereageerd met een gericht onderzoek, om te kunnen oordelen of is gehandeld in strijd met de voorschriften waaraan de betrokken zich moet houden en op de naleving waarvan het bestuursorgaan toeziet. In de situatie van dit geval was een beperkt onderzoek een passend middel, waarmee is komen vast te staan dat er geen grond was voor twijfel aan verzoekers handelen. Ingevolge de Wet bescherming persoonsgegevens had de gemeente verzoeker daar binnen een redelijke termijn na ontvangst van het onderzoeksverslag over moeten informeren. Dat hier veel te laat en niet zorgvuldig gebeurd. Ook is niet juist dat wezenlijke informatie zoals onder meer het telefoongesprek met de anonieme tipgever niet is vastgelegd en verzoeker onvoldoende duidelijk is gemaakt dat geen sprake was van een anonieme tipgever, maar van een tipgever waarvan om redenen van privacy de naam niet kon worden bekend gemaakt.
Door verzoeker die informatie pas te geven nadat zijn ontslag onherroepelijk vaststond, kon bij hem twijfel rijzen of hem tijdens de ontslagprocedure belangrijke informatie was onthouden. De gemeente had dat moeten beseffen.
De Nationale ombudsman oordeelde de klacht gegrond wegens strijd met het beginsel van fair play.