2008/138

Rapport

Verzoeker reed op een parkeerplaats tegen een geparkeerde auto aan waarbij hij vervolgens zonder zijn identiteit kenbaar te maken wegreed. Verzoeker kreeg vervolgens van het Openbaar Ministerie een transactie voorstel voor het overtreden van artikel 7 van de Wegenverkeerswet. Verzoeker betaalde deze transactie, ondanks dat hij van mening was dat hij geen schade had veroorzaakt. Verzoeker meende dat het regionale politiekorps Haaglanden onzorgvuldig onderzoek naar zijn zaak had verricht door zijn vriendin, die bij hem in de auto zat, niet te horen. Verzoeker diende hierover op 21 juli 2006 een klacht in bij het regionale politiekorps Haaglanden, waarop op 12 september een gesprek plaatsvond tussen verzoeker en een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden.

Verzoeker klaagt erover dat zijn vader niet aanwezig mocht zijn bij dit gesprek. Daarnaast klaagt verzoeker erover dat zijn klacht door de korpsbeheerder op 31 oktober 2006 niet-ontvankelijk is verklaard.

Wat betreft het niet aanwezig mogen zijn van de vader van verzoeker bij het gesprek, is de Nationale ombudsman van oordeel dat gelet op artikel 2:1 van de Awb de vader van verzoeker bij het gehele gesprek aanwezig had mogen zijn. De mededeling van de politieambtenaar aan verzoeker dat zijn vader niet bij het gehele gesprek aanwezig mocht zijn was dan ook niet juist.

Ten aanzien van het niet-ontvankelijk verklaren van de klacht van verzoeker is de Nationale ombudsman van oordeel dat de korpsbeheerder niet in strijd heeft gehandeld met het beginsel van fair play. In dit geval gaf verzoeker aan dat hij tevreden was over de informele behandeling van zijn klacht. Verzoeker verzocht echter om een verdere behandeling van zijn klacht, met als enkele reden dat hij graag wilde dat de aan hem opgelegde strafmaat in zijn voordeel werd aangepast. Dit doel kan echter niet worden bereikt door klachtbehandeling. De Nationale ombudsman is dan ook van oordeel dat de korpsbeheerder in alle redelijkheid heeft kunnen besluiten verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren omdat onvoldoende geen belang had bij een verdere behandeling van zijn klacht.

het vereiste van professionaliteit, onbehoorlijk.

het vereiste van fair play, behoorlijk.

Instantie: Beheerder regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Vader van verzoeker niet toegelaten tot een gesprek in het kader van de klachtenprocedure.

Oordeel:

Gegrond