Verzoekers ondervinden veel overlast van jongeren in hun woonomgeving. Deze zouden bij herhaling hun auto's en die van hun bezoek hebben beschadigd en dwars door hun voortuin hebben gefietst. Verzoekers vermoeden een verband met het feit dat zij enkele jaren geleden prominent in het nieuws zijn geweest in verband met een - onterecht gebleken - verdenking van betrokkenheid bij fabricage van en handel in xtc. In verband met de ondervonden overlast hebben verzoekers meermaals contact gezocht met de plaatselijke politie.
Verzoekers klagen er over dat de politie onvoldoende actie heeft ondernomen naar aanleiding van hun meldingen. Ook klagen zij er over dat de wijkagent zijn tijdens een telefoongesprek gedane toezegging om nog dezelfde dag opnieuw contact op te nemen niet is nagekomen.
1) Gebleken is dat de politie na de overlastmeldingen wel enkele keren de situatie bij de woning van verzoekers heeft geobserveerd. Of drie bezoeken in ongeveer een maand gezien de ernst van de meldingen als voldoende moet worden aangemerkt, laat de Nationale ombudsman in het midden. Niet juist echter is dat de wijkagent bij de huisbezoeken, waarbij verzoekers steeds niet thuis werden aangetroffen, geen schriftelijk bericht heeft achtergelaten. Hierdoor is gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
Ook is gebleken dat de wijkagent tijdens een telefoongesprek met verzoeker diens 06-nummer verkeerd heeft genoteerd. Hierdoor is gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
2) Van het telefoongesprek bestond een geluidsopname. Daardoor kwam vast te staan dat de wijkagent inderdaad had toegezegd nog dezelfde dag te zullen teugbellen. Ook was gebleken dat de wijkagent niet had teruggebeld. Hierdoor was gehandeld in strijd met het vereiste van rechtszekerheid.