In verband met de tenuitvoerlegging van een opgelegde vrijheidsstraf stuurde het CJIB verzoeker een brief over de zelfmeldprocedure. Verzoeker had de mogelijkheid zijn gevangenisstraf in een half open inrichting uit te zitten dan wel de opgelegde straf door middel van elektronische detentie op zijn eigen woonadres te ondergaan. Wanneer verzoeker hiervoor in aanmerking wilde komen, diende hij een bijgevoegde verklaring in te vullen en deze binnen 30 dagen te retourneren.
Voorts stond in de brief van het CJIB vermeld dat de zelfmeldprocedure zou worden ingetrokken wanneer verzoeker op verdenking van het plegen van een delict of voor het niet betalen van boetevonnis(sen) door de politie werd aangehouden.
Verzoeker werd binnen 30 dagen aangehouden voor een andere zaak, waardoor zijn zelfmeldstatus kwam te vervallen.
Verzoeker klaagt erover dat het CJIB ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische detentie zaaksgebonden werkt, terwijl dit volgens hem persoonsgebonden moet zijn. Volgens verzoeker was het bij het CJIB bekend dat hij meerdere straffen alsmede gijzeling diende te ondergaan.
Het was voldoende vast te komen staan dat het CJIB persoonsgericht werkt. Het CJIB verstuurt wel een vooraankondiging indien er een arrestatiebevel is uitgevaardigd waarbij de aanhouding nog middels het voldoen van een boetevonnis kan worden voorkomen. De Nationale ombudsman oordeelde dat van een veroordeelde mag worden verwacht dat hij zelf weet dat er nog vonnissen openstaan. Door het versturen van de vooraankondiging krijgt de veroordeelde de gelegenheid om aan zijn verplichtingen uit een nog openstaand vonnis te voldoen, waarna hij de zelfmeldstatus kan behouden.
De klacht miste feitelijke grondslag.
