2007/220

Rapport

In het kader van de interne klachtenprocedure bij de politie heeft er een hoorzitting plaatsgevonden waarbij verzoeker zijn klachten mondeling kon toelichten. Nadat de klachtencommissie advies had uitgebracht aan de korpsbeheerder, heeft de korpsbeheerder verzoekers klachten ongegrond verklaard. Verzoeker was het met dit oordeel niet eens omdat hij sterke twijfels had over de wijze van behandeling door de klachtencommissie.

Verzoeker klaagde erover dat de klachtencommissie niet heeft gereageerd op de aanvullende informatie die hij na de hoorzitting aan de klachtencommissie per brief heeft toegestuurd.

Van de klachtencommissie kon niet worden verwacht dat zij verzoekers brief nog bij de beoordeling van de klacht zou betrekken, nu zij reeds advies aan de korpsbeheerder had uitgebracht en de beslissing van de korpsbeheerder reeds aan verzoeker was verzonden. Wel had de klachtencommissie verzoeker van deze gang van zaken op de hoogte moeten stellen. Dat zij dit niet heeft gedaan, is onjuist, zoals de voorzitter van de klachtencommissie heeft erkend.

De onderzochte gedraging was in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

Verzoeker klaagde er tevens over dat de klachtencommissie niet had gereageerd op een aantal verzoeken die hij tijdens de hoorzitting had gedaan.

Instantie: Onafhankelijke commissie voor klachten tegen politie Haaglanden

Klacht:

Niet gereageerd op aanvullende informatie die verzoeker per brief heeft toegestuurd.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Onafhankelijke commissie voor klachten tegen politie Haaglanden

Klacht:

Niet gereageerd op aantal verzoeken die verzoeker tijdens hoorzitting deed.

Oordeel:

Niet gegrond