Dossiernummer: 2005.03950
Samenvatting
Op een avond gaf burgemeester K. van de gemeente B. een feest aan huis. Verzoeker (verz) woont in de gemeente B. en in dezelfde buurt als de heer K. Verz ondervond geluidshinder van het feest. Hij belde toen de politie anoniem en gaf aan de politie zijn klacht over geluidsoverlast door. Toevallig werd op die avond een aantal auto's vernield dat voor de deur van het huis van K. stond geparkeerd. Verz. deed ook bij de Commissaris van de Koningin (CvK) zijn beklag over het gedrag van K. Hierop werd hij door de politie als verdachte gehoord.
Verz. klaagde bij de No over het feit dat de politie pas nadat hij zich tot de CvK had gewend contact had opgenomen en niet naar aanleiding van zijn melding over geluidsoverlast.
Uit de informatie die de No in zijn onderzoek verkreeg, bleek dat de politie al snel een verband had gelegd tussen het telefoontje over geluidsoverlast naar het bureau in die nacht en de beschadiging van enkele auto's even later. De politie had die beller als vermoedelijk betrokkene bij die misdrijven beschouwd en het ligt dan ook in de rede dat de politie die persoon wilde horen. Daartoe moest eerst diens identiteit worden achterhaald. De brief aan de CvK, die de politie van K, een van de aangevers, had gekregen, speelde daarbij een rol. Daarin zag de No niets wat het optreden van de politie niet behoorlijk zou doen zijn. De No toetste aan het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving en achtte de klacht niet gegrond.
ZOEKWOORDEN
behandelingsduur
informatieverwerving
integriteit
verhoor
grondrechten
voortvarendheid
administratieve nauwkeurigheid