Er was om aanhouding van X verzocht in verband met het feit dat zij geen inlichtingen verstrekte in het faillissement van haar BV. Toen de politie dit wilde doen, ging zij er met haar auto vandoor. De politie nam na een wilde achtervolging de auto met inhoud ( onder meer ordners met stukken) in beslag in verband met de verdenking van (verkeers)delicten. Nog diezelfde dag wendden verzoekers zich tot het Openbaar Ministerie. Zij stelden dat de stukken van hen waren en dat zij dringend de stukken nodig hadden.
Verzoekers klaagden erover dat de officier van justitie had besloten de stukken aan de curator van de (BV van) X terug te geven.
De Nationale ombudsman overwoog dat zich hier de bijzondere omstandigheid voordeed dat twee partijen stelden rechthebbenden op de stukken te zijn. De curator had namelijk gemeld de stukken nodig te hebben voor de afwikkeling van het faillissement en had daarmee ook een rechtens relevante aanspraak. Nu de curator in een faillissement onder rechterlijk toezicht handelt, en de rechtbank inzake de (faillissements)bewaring van X had bepaald dat deze moest voortduren totdat duidelijk was dat de benodigde informatie was ontvangen, kon de officier van justitie in redelijkheid besluiten om de stukken onmiddellijk aan de curator terug te geven. Hij kon er vanuit gaan dat de curator zo mogelijk op verzoeken om het spoedig afstaan van stukken zou ingaan. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.
Overige klachtonderdelen:
- niet voldoen door politie aan toezegging van parketsecretaris om stukken direct aan verzoekers af te geven;
- toelichting geven op niet-afgeven van stukken;
- zorg voor kinderen X;