2006/344

Rapport

Verzoekster werd in het kader van een verkeerscontrole door een politieambtenaar stilgehouden. Toen de politieambtenaar haar aansprak, vroeg verzoekerster hem om zich te legitimeren. In plaats van zijn legitimatiebewijs te tonen, antwoordde de politieambtenaar dat hij in uniform gekleed was, een opvallend dienstvoertuig bij zich had en een pistool bij zich droeg.

Verzoekster voelde zich door die opmerking van de politieambtenaar geïntimideerd en klaagde daarover bij de Nationale ombudsman.

De politieambtenaar deelde in reactie op de klacht mee dat de opmerking juist was bedoeld om verzoekster gerust te stellen dat ze met een echte politieambtenaar van doen had. Hoewel de Nationale ombudsman in overweging nam dat de politieambtenaar niet de bedoeling had om verzoekster te intimideren, achtte hij de handelwijze van de politieambtenaar niet juist. Voor zover de politieambtenaar verzoekster gerust had willen stellen dat zij met een echte politieambtenaar van doen had, had hij op de vraag van verzoekster om zich te legitimeren gewoon conform de ambtsinstructie zijn identiteitsbewijs moeten tonen.

Door dit niet te doen en in plaats daarvan de bewuste opmerking te maken had de politieambtenaar gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit. De Nationale ombudsman achtte de gedraging niet behoorlijk.

Verder:

Klacht over telefonisch informeren of aan de verzekeringsplicht is voldaan

Instantie: Regiopolitie Friesland

Klacht:

Verzoekster onheus bejegend toen zij vroeg om legitimatie .

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Friesland

Klacht:

Telefonisch bij verzoekster geïnformeerd of aan de verzekeringsplicht voor haar motorvoertuig was voldaan.

Oordeel:

Niet gegrond