Twee ambtenaren van het politiekorps Kennemerland waren verzoeksters woning binnengetreden, om haar partner K. aan te houden. K. was echter niet voornemens met de ambtenaren mee te gaan. Op enig moment sloot K. de voordeur van de woning, terwijl de ambtenaren nog in de woning waren. Eén van de ambtenaren wist de voordeursleutel via verzoekster te bemachtigen. Door het tumult waren de spanningen echter zo hoog opgelopen dat verzoekster de ambtenaren vorderde de woning te verlaten. Eenmaal buiten ontdekte één van de ambtenaren dat hij de sleutels van verzoekster nog op zak had.
Verzoekster klaagde er over, dat de politie zonder haar toestemming, haar sleutelbos had meegenomen.
De Nationale ombudsman overwoog ten aanzien van het onder zich nemen van de sleutels het volgende. Omdat K. de politieambtenaren op enig moment in de woning had opgesloten, waardoor zij zich in het nauw gedreven voelde, was de beslissing van één van de politieambtenaren om de sleutelbos onder zich te nemen, niet onredelijk. Het belang van de politieambtenaren om te voorkomen dat zij voor een tweede keer in de woning zouden worden opgesloten woog zwaarder dan het belang van verzoekster om weer te kunnen beschikken over de sleutels.
De Nationale ombudsman was van oordeel, dat het door de politie onder zich nemen van de sleutelbos in de gegeven omstandigheden niet in strijd was met het redelijkheidsvereiste. De onderzochte gedraging was behoorlijk.
De Nationale ombudsman overwoog ten aanzien van het onder zich houden van de sleutels na het verlaten van de woning het volgende. Eén van de ambtenaren had verklaard dat hij vergeten was dat hij de sleutelbos nog in zijn zak had. Hoewel het voorstelbaar was dat deze ambtenaar er, gezien de hoog opgelopen spanningen, op dat moment niet aan had gedacht dat hij de sleutelbos nog op zak had, was dit op zichzelf bezien niet juist. Van een professioneel handelend ambtenaar mag worden verwacht dat hij, in de situatie dat er geen noodzaak meer is om de sleutels nog langer onder zich te houden, deze terstond aan de eigenaar teruggeeft. Door de sleutels zonder gebleken noodzaak mee te nemen had hij in strijd met het vereiste van professionaliteit gehandeld. De gedraging was niet
behoorlijk.
Overige klachtonderdelen:
- het met forse stemverheffing toespreken van verzoekster, terwijl zij met een drie maanden oude baby op haar arm stond;
- het achterhouden van de sleutel van de schuurdeur.