2006/261

Rapport

De zoon van verzoeker is aangehouden wegens vernieling van een vrachtwagen. Hij onttrok zich aan zijn aanhouding, maar werd later alsnog aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Verzoeker klaagt erover dat de politie bij de aanhouding van zijn zoon pepperspray heeft gebruikt en dat er teveel politieambtenaren zijn ingezet. Verder klaagt hij erover dat de politie hem niet voldoende heeft geïnformeerd over de aanhouding van zijn zoon en dat de politie zijn verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen.

De No overweegt het volgende. Nu verzoekers zoon zich onttrok aan zijn aanhouding en er terechte vrees voor escalatie was, mocht de politieambtenaar dreigen met de pepperspray. Toen de zoon van verzoeker bleef weigeren mee te werken, mocht de politieambtenaar de pepperspray gebruiken. Dat er een wolkje in plaats van een straal uit de pepperspray kwam, valt de politieambtenaar niet te verwijten. Er is geen sprake van schending van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam. De onderzochte gedraging is dan ook behoorlijk.

De No kan zich vinden in de werkwijze van de politie om in het geval dat een verdachte zich onttrekt aan zijn aanhouding, de beschikbare eenheden naar de verdachte te laten uitkijken. Niet is gebleken dat de zoektocht naar de zoon van verzoeker op wilde wijze heeft plaatsgevonden. Tevens heeft de zoektocht korte tijd geduurd. Er is geen sprake van schending van het evenredigheidsvereiste. De onderzochte gedraging is behoorlijk.

Ten aanzien van de informatieverstrekking aan verzoeker overweegt de No het volgende. Er is geen sprake van schending van het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

Nu verzoeker door een omstander is ingelicht over de aanhouding van zijn zoon vlak na diens aanhouding en verzoeker hierop direct naar het politiebureau is gegaan, kan het de politie gezien het tijdsverloop niet worden verweten dat zij verzoeker niet hadden gebeld.

Nu verzoekers zoon vastzat op het politiebureau voor een ernstig strafbaar feit en hij hiervoor mogelijk nog enkele uren op het politiebureau zou moeten blijven, kon de betrokken politieambtenaar verzoeker redelijkerwijs aanraden om naar huis te gaan en daar af te wachten.

Ten aanzien van het gesprek dat verzoeker op het politiebureau had met een politieambtenaar, is de No van mening dat de zoon van verzoeker ten tijde van het voorval meerderjarig was en de politie was dan ook niet verplicht verzoeker meer informatie te verstrekken dan op dat moment is gedaan.

De onderzochte gedraging is behoorlijk.

Overige klachtonderdelen: schadevergoeding, behoorlijk

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Bij aanhouding verzoekers zoon pepperspray gebruikt; bij aanhouding teveel politieambtenaren ingezet; verzoeker niet voldoende geïnformeerd over aanhouding zoon; verzoekers verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond