Verzoeker diende bij de politie een klacht in over de wijze waarop politieambtenaren zich tegenover hem hadden gedragen. De brief was in eenvoudig en alledaags Engels opgesteld. De politie verzocht verzoeker daarop binnen twee weken een Nederlandse vertaling van zijn klachtbrief toe te sturen. Na het verstrijken van die termijn deelde de korpsbeheerder aan verzoeker mee dat hij had besloten de klacht buiten behandeling te laten, daar verzoeker geen gebuik had gemaakt van de geboden gelegenheid om voor een vertaling van zijn klacht te zorgen. Verzoeker was het met die gang van zaken niet eens.
Verzoeker klaagde er dan ook over dat de korpsbeheerder zijn klachtbrief buiten behandeling had gelaten, omdat deze niet in de Nederlandse taal was opgesteld en hij dit verzuim niet binnen de door de korpsbeheerder gestelde termijn had hersteld.
De Nationale ombudsman stelde voorop dat een bestuursorgaan een klachtbrief van een burger welwillend dient te interpreteren en daarbij geen nodeloze formaliteiten voor de burger dient op te werpen. Dit betekent dat een bestuursorgaan een burger kan verzoeker om de in een buitenlandse taal ingediende klachtbrief in het Nederlands te doen vertalen indien dit voor de behandeling van de klacht echt noodzakelijk is.
De Nationale ombudsman overwoog in dat verband dat aangenomen mag worden dat er bij politiekorpsen voldoende personen werkzaam zijn die de Engelse taal zodanig beheersen dat zij een in gangbaar Engels geschreven klachtbrief goed kunnen behandelen. Gelet daarop had de korpsbeheerder verzoeker te lichtvaardig en daarmee ook ten onrechte verzocht om de klachtbrief van een vertaling te voorzien.
Dit gaf de Nationale ombudsman aanleiding de korpsbeheerder in overweging te geven de in het Engels opgestelde klachtbrief van verzoeker alsnog in behandeling te nemen.
