2005/403

Rapport

Verzoeker klaagde er onder meer over dat het college van burgemeester en wethouders hem bij brief van 26 juli 2004 had gewaarschuwd dat hem, bij voortduring van door een medewerker van de gemeente op 1 juli 2004 als agressief en daarom als ongewenst ervaren gedrag, de toegang tot het gemeentehuis voor bepaalde tijd zou worden ontzegd.

De Nationale ombudsman overwoog dat in het gespreksverslag, opgesteld door de betreffende medewerker van de gemeente, niets was terug te vinden dat wees op stemverheffing van verzoeker of op een door hem geuit dreigement de medewerker op diens woonadres te komen opzoeken. Hetgeen het college verzoeker had geschreven in de brief van 26 juli 2005 was volgens de Nationale ombuds­man dan ook onjuist. Dit klemde te meer nu de brief van een zeer ernstige strekking had. Verzoeker werd beschuldigd van bedreiging en hij werd gewaarschuwd dat hem bij voortduring van "dit onge­wenste gedrag" voor bepaalde tijd de toegang tot het gemeentehuis zou worden ontzegd. Volgens de Nationale ombudsman was er enerzijds het belang van de gemeente dat eruit bestaat om burgers die zich tegen­over medewerkers van de gemeente misdragen terecht te wijzen en in voorkomend geval maatregelen tegen hen te treffen. Anderzijds dienen burgers niet door een gemeente valselijk te worden beschuldigd van wangedrag jegens medewerkers van de gemeente.

Het college heeft het redelijkheidsvereiste geschonden omdat de uitkomst van het tegen elkaar afwegen van de in het geding zijnde belangen onredelijk was.

Ten overvloede overwoog de Nationale ombudsman het gedrag van een burger tijdens een bespreking met een medewerker van de gemeente in beginsel niet kan worden toegerekend aan diens gemachtigde of aan degene die hem bijstand verleent, zoals in dit geval verzoeker die als architect zijn cliënt bijstond. Het onvoldoende onder controle houden van een cliënt kan volgens de Nationale ombudsman op zich geen reden zijn om over te gaan tot een dergelijke zware maatregel als het versturen van een waarschuwing voor een verbod tot betreding van het gemeentehuis. Een dergelijke zware maatregel kan eventueel slechts jegens een bijstandverlener worden overwogen, indien er bijvoorbeeld sprake zou zijn van het door hem stimuleren van onbetamelijk gedrag van zijn cliënt. Voordat in dat geval tot een dergelijke maatregel wordt overgegaan dient volgens de Nationale ombudsman wel te worden overwogen of met een minder vergaande maatregel, neergelegd in het Veiligheidsprotocol van de gemeente, het beoogde doel kan worden bereikt.

Overige klachtonderdelen:

- het op de hoogte stellen van verzoekers cliënt van de inhoud van de brief van 26 juli 2004.

Instantie: Gemeente Zandvoort

Klacht:

Verzoeker per brief gewaarschuwd dat hem de toegang tot het gemeentehuis zou worden ontzegd bij voortduring van zijn agressieve gedrag zoals dat door een medewerker werd ervaren; de medewerker die deze brief opstelde bracht verzoekers cliënt van de inhoud van de brief op de hoogte op de dag van verzending.

Oordeel:

Gegrond