Op de website van een gemeente werd op 4 november 2004 aangegeven dat op 21 oktober 2004 een vergunning voor het rooien van een boom aan de V. laan/R. laan was verzonden en binnen zes weken na de verzenddatum bezwaren konden worden ingediend. Verzoeker klaagde er bij de gemeente over dat de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen nodeloos was bekort nu de bekendmaking twee weken op zich had laten wachten en een nadere aanduiding van de locatie van de boom ontbrak.
Verzoeker kon zich niet verenigen met de reactie op zijn klacht, die inhield dat er geen wettelijke publicatieverplichting is maar dat de gemeente uit gewoonte hierover publiceert waarbij wordt getracht de vergunningverlening zoveel mogelijk gelijk te laten lopen met de publicatie en verder dat de boom voldoende traceerbaar was.
De Nationale ombudsman overwoog dat de bekendmaking van een afgegeven rooivergunning geschiedt door toezending of uitreiking daarvan aan belanghebbenden. Door (onverplicht) ook via een openbare publicatie kennisgeving te doen van de afgifte van een rooivergunning, biedt de gemeente derde belanghebbenden de mogelijkheid hun procedurele kansen te benutten en een bezwaarschrift in te dienen. Indien een (onverplichte) publicatie door een bestuursorgaan plaatsvindt, dient dit op een zodanige wijze en op een zodanig tijdstip te gebeuren dat derde belanghebbenden ook daadwerkelijk van deze mogelijkheid gebruik kunnen maken.
De Nationale ombudsman stelde vast dat in 2005 in het uiterste geval een periode van 21 dagen was gelegen tussen verzending van de vergunning en openbare publicatie daaromtrent, zodat derde belanghebbenden in ieder geval nog drie weken de tijd hadden om een bezwaarschrift in te kunnen dienen. Dit werd voldoende geacht. Ook achtte de Nationale ombudsman de plaatsaanduiding in de openbare publicatie voldoende bepaald en oordeelde dat was gehandeld in overeenstemming met het vereiste van fair play. De onderzochte gedraging werd in zoverre behoorlijk geacht.
Overige klachtonderdelen:
- klachtbehandeling.