Verzoeker was na zijn aanhouding overgebracht naar het politiebureau en in verzekering gesteld.
Verzoeker klaagde erover dat een politieambtenaar tijdens zijn verhoor heeft gezegd: "Als je nu je bek niet houdt, en niet nu gaat zitten, dan sla ik je kop eraf, snotaap!"
De Nationale ombudsman overwoog dat de lezing van verzoeker en de betrokken ambtenaar tegenover elkaar staan en er geen feiten of omstandigheden gebleken zijn op grond waarvan aan de ene lezing meer betekenis moest worden toegekend dan aan de andere.
De Nationale ombudsman onthield zich van een oordeel op dit punt.
Voorts klaagde verzoeker erover dat twee politieambtenaren hem in zijn politiecel hebben geslagen, de keel hebben afgeknepen en aan zijn armen en benen hebben gedraaid.
De Nationale ombudsman overwoog dat vast is komen te staan dat zich een incident tussen de politieambtenaren en verzoeker heeft voorgedaan in de politiecel. Voorts is vast komen te staan dat verzoeker zich tijdens zijn verblijf in de cel recalcitrant heeft gedragen, ondanks het feit dat hem diverse malen was verzocht te bedaren. De Nationale ombudsman was van oordeel dat er sprake was van een bedreigende situatie toen de politieambtenaren de celdeur van verzoeker openden en dat de politie bevoegd was om hierop met gepast geweld te reageren. De Nationale ombudsman acht het op basis van de verklaringen van de politieambtenaren niet aannemelijk dat verzoeker is geslagen of dat zijn armen en benen zijn gedraaid.
De politieambtenaren hebben gehandeld in overeenstemming met het evenredigheidsvereiste.
De onderzochte gedraging was op dit punt behoorlijk.