2005/251

Rapport

Verzoekster verzocht het LBIO in juni 2003 om overname van de inning van de kinderalimentatie.

In maart 2004 ontving verzoekster voor het eerst een bedrag aan geïnde kinderalimentatie van het LBIO. Na april 2004 ontving zij slechts de helft van dat bedrag. In een telefonisch gesprek met het LBIO, werd aan verzoekster meegedeeld dat de verdeling van de uitbetaling van de geïnde bedragen was veranderd. Dit zou een beslissing zijn geweest van de directie van het LBIO.

Verzoekster klaagde erover dat het LBIO vanaf 1 juni 2004 een nieuw beleid ten aanzien van de verdeling van bij het bureau binnengekomen alimentatiegelden hanteert, waardoor zij onaangekondigd vanaf de maand mei 2004 een veel lager bedrag aan kinderalimentatie heeft ontvangen dan de maanden ervoor.

Zij vindt het vreemd dat het LBIO eerst zelf "de onkosten eruit wil hebben", alvorens aan de alimentatiegerechtigde door te betalen. Volgens haar worden alimentatiegerechtigden hierdoor gedupeerd.

De Nationale ombudsman overwoog dat het LBIO o.g.v. artikel 1:408 BW gerechtigd is om uit een geïnd bedrag allereerst de kosten van invordering te voldoen. Vervolgens toetste hij aan het vereiste van gerechtvaardigde verwachtingen van burgers honoreren.

Nu verzoekster pas twee keer alimentatie via het LBIO had ontvangen overeenkomstig het oude beleid, kan naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet worden gesteld dat sprake is van jegens verzoekster gewekte verwachtingen op grond van een bestendige bestuurspraktijk. Wel is verzoekster ten onrechte niet geïnformeerd over de beleidswijziging. Daarvoor zijn haar dan ook terecht verontschuldigingen aangeboden. Verder is tijdens het onderzoek niet gebleken dat verzoekster aan het LBIO heeft aangetoond - dan wel heeft getracht dat te doen - dat zij een minimum inkomen geniet. De overgangsregeling van het LBIO is op dit moment op haar dan ook niet van toepassing.

De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Door nieuw beleid LBIO ontving verzoekster onaangekondigd een veel lager bedrag aan kinderalimentatie dan de maanden ervoor.

Oordeel:

Niet gegrond