2005/200

Rapport

Verzoekster werd van achteren aangereden waarna letsel. KLPD ter plaatse en verzoekster naar het ziekenhuis. Proces-verbaal en trans­actievoorstel voor verzoekster inzake 54 RVV 1990. Verzoekster gedagvaard en door kantonrechter vrijgesproken.

1. De Nationale ombudsman van oordeel dat vraag of verzoekster bezwaar had tegen afleggen van verklaring niet inhoudt dat zij uitdrukkelijk erop is gewezen dat zij daartoe niet verplicht is en daaraan ook niet kan worden gelijk gesteld. Strijd met artikel 14, derde lid, onder c van het IVBPR grondrecht, strijd met beginsel van fair play, niet op zwijgrecht gewezen. Niet behoorlijk.

2. Proces-verbaal compleet en van oordeel dat niet van politie kan worden verwacht dat zij in het proces-verbaal ook van niet-aangetroffen sporen melding maakt. Behoorlijk.

3. Verzoekster niet op later moment gehoord over verdenking en verklaring tegenpartij. Zij was tevens van mening dat haar verklaring ter plaatse niet juist was weergegeven in het proces-verbaal. Beginsel van fair play.

De Nationale ombudsman van oordeel dat KLPD had kunnen volstaan met ter plaatse horen verzoekster, indien daarmee volledig beeld van ontstaan aanrijding was verkregen. Voorts van oordeel dat fysieke toestand van verzoekster zodanig was dat betwijfeld moest worden of zij in staat was om verklaring af te leggen. Politieambtenaar had verzoekster later nogmaals moeten horen. Door dit na te laten gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. Niet behoorlijk

4. De Nationale ombudsman overweegt - met de korpsbeheerder - dat in het proces-verbaal enkel feiten en omstandigheden dienen te worden vermeld, die objectief kunnen worden vastgesteld. Behoorlijk.

5. No. stelt vast dat klachtbehandelaar advocaat met zijn toestemming telefonisch heeft gehoord en aldus gelegenheid heeft gegeven om klacht toe te lichten. Gold niet voor reactie op verklaring betrokken ambtenaar. Advocaat was niet feitelijk bij ongeval aanwezig. De Nationale ombudsman overwoog dat KLPD verzoekster onvoldoende in staat had gesteld om te worden gehoord. Daarmee had KLPD gehandeld in strijd met vereiste van hoor en wederhoor. Niet behoorlijk.

Instantie: Korps landelijke politiediensten

Klacht:

Niet meegedeeld dat verdachte recht heeft te zwijgen; niet in gelegenheid gesteld te reageren op tegenpartij; geen hoor en wederhoor;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Korps landelijke politiediensten

Klacht:

Achteraf aangemerkt als verdachte; remsporen en vermoeden van ambtenaar niet vermeld in proces-verbaal;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Korps landelijke politiediensten

Klacht:

Verklaring niet juist weergegeven in proces-verbaal.

Oordeel:

Geen oordeel