2005/086

Rapport

Verzoeker werd door een politieambtenaar aangesproken op zijn gedrag. Hij zou hem hebben beledigd door zijn middelvinger op te steken en flapdrol te zeggen. Verzoeker ontkende dat hij dit had gedaan. Nog voordat hij zijn walkman van zijn hoofd had gehaald, werd hij al door de politieambtenaar over diens fiets heen getrokken en kwam hij op de fiets en op de grond terecht.

Verzoeker klaagde erover dat dit gebeurde zonder enige aanleiding.

De Nationale ombudsman was, gelet op de informatie die hij van de politie en de partner van verzoekers vader had ontvangen over het gedrag dat verzoeker tentoonstelt in aanwezigheid van de politie, van oordeel dat aangenomen mocht worden dat verzoeker flink had staan schelden tegen de politieambtenaar en dat hij met zijn armen agressieve bewegingen had gemaakt dichtbij (het hoofd van) de politieambtenaar. Onder deze omstandigheden achtte de Nationale ombudsman het niet onbegrijpelijk dat de politieambtenaar de situatie als bedreigend had ervaren. Van een acute dreiging die gebruik van geweld bij wijze van noodweer kon rechtvaardigen, bleek echter niet.

De rechtvaardiging voor fysiek optreden door de politieambtenaar jegens verzoeker kon dus alleen worden gevonden in de keus van de politieambtenaar om verzoeker aan te houden teneinde hem voor verhoor mee te nemen naar het politiebureau.

De beschrijving van het incident (door de politieambtenaar of verzoeker) bevatte echter geen enkele aanwijzing dat de politieambtenaar verzoeker had laten weten dat hij mee moest naar het bureau, laat staan dat hij tegen verzoeker had gezegd dat dit met geweld zou worden afgedwongen als hij niet zou meewerken. Kortom, de politieambtenaar had vrij stevig fysiek geweld gebruikt nog voordat verzoeker was duidelijk gemaakt wat van hem werd verwacht en voordat hij voor het gebruik van geweld was gewaarschuwd. Dit was in strijd met het evenredigheidsvereiste en artikel 8, eerste lid Politiewet.

De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Wijze van optreden tegen verzoeker: verzoeker zonder redelijke aanleiding van fiets getrokken, verzoeker op straat gegooid;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Lichamelijk geweld tegen verzoeker gebruikt.

Oordeel:

Geen oordeel