2005/063

Rapport

Verzoeker was aangehouden door de politie voor het opzettelijk behulpzaam zijn bij een inbraak (artikel 48 jo. 311 van het Wetboek van Strafrecht). Hij klaagde over het feit dat de verdenking hiervoor berustte op één verklaring van een onbetrouwbare getuige. Tijdens het onderzoek bleek dat naast deze getuige nog drie andere getuigen hadden verklaard over de rol van verzoeker. De klacht miste om die reden feitelijke grondslag.

De onderzochte gedraging was "behoorlijk".

De Nationale ombudsman overwoog ten overvloede in deze zaak dat verzoeker op basis van de getuigenverklaringen niet had kunnen worden verdacht van medeplichtigheid aan een inbraak, nu hij daarvoor geen ondersteunende handelingen had verricht. Verzoeker had de pleger en zijn buit op zijn verzoek na afloop van de inbraak met zijn auto opgehaald, zodat deze de gestolen goederen elders kon verkopen. Een verdenking van medeplichtigheid aan (opzet)heling of heling lag daarbij meer voor de hand.

Voorts klaagde verzoeker over het feit dat de politie zonder zijn toestemming zijn slaapkamer was binnengetreden, teneinde hem te kunnen aanhouden. De politieambtenaren beschikten over een machtiging tot binnentreden. Hiervan hadden zij echter geen gebruik gemaakt, nu verzoekers vader toestemming had gegeven voor het binnentreden van de woning.

De Nationale ombudsman achtte niet aannemelijk dat verzoeker of zijn vader de politieambtenaren zou hebben gevraagd om in de hal te blijven wachten. Voorts gold de toestemming voor het binnentreden van de woning om verzoeker aan te houden ook het binnentreden van zijn slaapkamer, nu de vader had aangegeven dat verzoeker daar lag te slapen. Verzoeker had als medebewoner de politie de toegang tot de woning kunnen ontzeggen. Daarvan was echter geen sprake geweest. De politieambtenaren hadden in dat geval gebruik kunnen maken van de aan hen verleende machtiging tot binnentreden. De politie kon ten aanzien van dit optreden dan ook geen verwijt worden gemaakt. De onderzochte gedraging was "behoorlijk".

Verder klacht over machtsvertoon bij politieoptreden

Instantie: Regiopolitie Groningen

Klacht:

Verzoeker aangehouden op basis van verklaring van onbetrouwbare getuige; met veel machtsvertoon van bed gelicht; zonder toestemming van verzoeker zijn slaapkamer betreden.

Oordeel:

Niet gegrond