2006/230

Onderzoek

De Nationale ombudsman heeft uit eigen beweging een onderzoek ingesteld naar de uitvoering van de 100%-controles op Schiphol en naar de behandeling van personen die in het kader van zo'n controle als verdachte van cocaïnesmokkel worden aangehouden. Het ministerie van Justitie is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de controles. De Douane (Financiën) verricht de feitelijke controle. De Koninklijke Marechaussee (Defensie) is belast met de behandeling van de aangehouden personen en het opsporingsonderzoek. Drie onderwerpen staan in het onderzoek centraal.

De uitvoering van de controle: De Douane gebruikt hierbij een reeks van controlemiddelen, o.a. de inzet van een drugshond, een interview en fouillering. Wanneer de Douane vermoedt dat iemand cocaïne onder de kleding vervoert, wordt soms lijfsvisitatie met ontkleding toegepast. Daarbij wordt betrokkene geheel ontkleed en in staande houding visueel onderzocht. De Nationale ombudsman vindt een dergelijk ingrijpend middel niet passen in een controlesituatie.

De behandeling van onschuldige slikverdachten: tussen 1-1-2004 tot 1-4-2006 zijn bij de 100%-controles 6.550 reizigers aangehouden op verdenking van het slikken van bolletjes. Van hen bleken 2.176 onschuldig te zijn. Indien komt vast te staan, via een bodyscan of na “driemaal schoon produceren”, dat betrokkene geen bolletjes heeft geslikt en dus onschuldig is, vervalt de verdenking en moet betrokkene worden heengezonden. De Nationale ombudsman heeft ernstige kritiek op de wijze waarop met deze onschuldige personen wordt omgegaan. De Nationale ombudsman vindt dat van de Koninklijke Marechaussee op zijn minst mag worden verwacht dat zij samen met betrokkene bekijkt hoe hij op de plaats van bestemming komt en dat zij de reiskosten voor haar rekening neemt. Het opsluiten van personen in een cel nadat is vastgesteld dat er geen grond voor verdenking meer is zodat betrokkene in vrijheid moet worden gesteld, is volgens de Nationale ombudsman in strijd met het verbod op onrechtmatige vrijheidsontneming. De Nationale ombudsman vindt de term “negatieve slikker” misplaatst vanwege de negatieve bijklank en stelt daarom de term “onschuldige slikverdachte” voor.

De behandeling van klachten: Klachten over de 100%-controles hebben vaak betrekking op meerdere betrokken organisaties. Voor een klager is niet altijd duidelijk met welke organisatie hij te maken heeft gehad en aan wie hij zijn klacht moet voorleggen. De Nationale ombudsman pleit ervoor de behandeling van klachten over de 100%-controles zodanig te structureren dat er sprake is van integrale klachtbehandeling.

In een afsluitend hoofdstuk vraagt de Nationale ombudsman aandacht voor de dynamiek van de 100%-controles en voor de noodzaak om op basis van zorgvuldige analyses van de controleresultaten voortdurend te bezien of de slikkerscriteria aanpassing behoeven teneinde het percentage onschuldige slikverdachten laag te houden. Daarnaast benadrukt de Nationale ombudsman in algemene zin het belang van goede communicatie. Tenslotte doet hij de volgende aanbevelingen aan de drie betrokken ministers gezamenlijk: beëindiging van toepassing van lijfsvisitatie met ontkleding als controlemiddel, verbetering van de faciliteiten op Schiphol, verbetering van de informatieverstrekking aan reizigers, een andere omgang met onschuldige slikverdachten en invoering integrale klachtbehandeling.