Bij een verkeerscontrole nam een deurwaarder van de Belastingdienst de auto van een man in beslag. De man had een belastingschuld niet betaald. Nadat hij dat wel gedaan had, kon hij de auto afhalen bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ). Hij deed dat, maar volgens hem waren een heleboel spullen die in de auto lagen verdwenen. Hij diende een klacht in bij de Belastingdienst. Met daarbij een lijst van de verdwenen spullen. Hij vond dat de Belastingdienst de waarde daarvan moest vergoeden (€ 652). Hij vond het de schuld van de Belastingdienst dat zijn spullen kwijt waren. Volgens hem had de deurwaarder gezegd dat hij alleen de belangrijkste spullen uit de auto moest meenemen. Want hij zou de auto snel terugkrijgen, als de belastingschuld was betaald. Maar volgens de Belastingdienst zeggen deurwaarders in dit soort gevallen altijd iets anders. Namelijk dat degene van wie de auto is, die helemaal moet leeghalen. De Belastingdienst besliste dat de klacht van de man niet gegrond was. Het stond niet vast dat de spullen die hij vergoed wilde hebben in de auto gelegen hadden. De Belastingdienst wilde de man "uit coulance" wel een bedrag van € 250 geven. Dan moest de man een "kwijtingsformulier" ondertekenen Dat is een verklaring waarin staat dat hij verder niets van de Belastingdienst zou eisen. De man wilde dat niet doen. Hij diende een klacht in bij de Nationale ombudsman. De Belastingdienst betaalde de € 250 daarom niet uit.
De Nationale ombudsman onderzocht de zaak. Hij vond dat de Belastingdienst de klacht terecht had afgewezen. Er waren geen sterke aanwijzingen dat de spullen die de man had genoemd in de auto hadden gelegen. En het was niet meer vast te stellen wat er op de avond van de verkeerscontrole precies door de deurwaarder was gezegd. Het was "het ene woord tegen het andere".
Maar de Nationale ombudsman vond het niet juist dat de Belastingdienst een voorwaarde had gesteld aan het "gebaar uit coulance" (de betaling van € 250). Een "gebaar uit coulance" is een actie van een overheidsinstantie om iets te doen voor een burger wanneer er iets mis is gegaan. Het is geen afspraak of contract en er kan normaal gesproken niet over onderhandeld worden. De Nationale ombudsman heeft dat al eerder gezegd in zijn rapport 2019/055.
De Nationale ombudsman vroeg daarvoor de aandacht van de Belastingdienst. En de Nationale ombudsman vond dat de Belastingdienst het bedrag van € 250 toch nog aan de man moest uitbetalen. Het was verwarrend dat de Belastingdienst had aangegeven het bedrag "uit coulance" te zullen uitbetalen, en dat toch niet deed. Normaal gesproken betekent "uit coulance" dat de burger zonder meer een vergoeding krijgt. De Belastingdienst liet weten het bedrag alsnog te zullen uitbetalen.