Het Openbaar Ministerie reageerde inhoudelijk behoorlijk op klacht van vrouw

Brief

Een vrouw deed aangifte van smaad en laster bij de politie. De politie meldde dat zij geen onderzoek doet naar die aangifte. De vrouw maakte bij het Openbaar Ministerie (OM) bezwaar tegen dat besluit. Zij ontving een brief van het OM. In die brief stond dat het OM de stukken bij de politie had opgevraagd. En dat het OM zo spoedig mogelijk zou overgaan tot inhoudelijke beantwoording. Een reactie van het OM bleef uit. De vrouw nam meerdere keren telefonisch contact op met het OM. Maar volgens haar communiceerde het OM niet duidelijk. Uiteindelijk ontving de vrouw toch een reactie van het OM. Haar bezwaar werd afgewezen.

De vrouw diende in mei 2023 over het uitblijven van een reactie op het bezwaar een klacht in bij het OM. En over de tegenstrijdige informatie die het OM haar verstrekte. Volgens het OM heeft de vrouw in oktober 2024 een inhoudelijke reactie op de klacht ontvangen. De vrouw stelt dat zij die reactie nooit heeft gehad. Toen de ombudsman navraag deed heeft het OM de inhoudelijke reactie (nogmaals) aan de vrouw gestuurd.

De inhoudelijke reactie van het OM hield in dat de communicatie door het OM tijdens de bezwaarprocedure tegenstrijdig was. Het OM vond de klacht hierover gegrond. Het OM liet de vrouw ook weten dat het in het verleden meerdere aangiften van haar had ontvangen. Het OM oordeelde toen dat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor een verdenking van een strafbaar feit. Omdat de vrouw het OM bijna dagelijks aanschreef, stuurde het OM een stopbrief. In die brief stond dat al haar toekomstige correspondentie over de betreffende kwestie ongelezen ter dossiervorming zou worden bewaard. Het bezwaarschrift dat de vrouw indiende zag op de kwestie waar de stopbrief op zag. Het OM stuurde per ongeluk toch een ontvangstbevestiging met de mededeling dat het heroverwegingsverzoek in behandeling werd genomen. Hierdoor was er intern onduidelijkheid ontstaan hoe met de heroverweging moest worden omgegaan. Het OM besloot daarom toch opnieuw kritisch naar haar aangifte te kijken. Het bezwaar werd opnieuw afgewezen.

De vrouw besloot haar klacht aan de Nationale ombudsman voor te leggen. Zij klaagde onder andere over de reactie van het OM op haar klacht. En over de duur van de klachtbehandeling.

De Nationale ombudsman vindt de klacht over de duur van de klachtbehandeling gegrond. De ombudsman merkt op dat het OM niet binnen de wettelijke beslistermijn op de klacht reageerde. Voor klachtbehandeling gelden duidelijke termijnen. Die termijnen zijn overschreden. Hiermee handelde het OM niet in overeenstemming met het vereiste van voortvarendheid.

De Nationale ombudsman vindt dat het OM inhoudelijk voldoende zorgvuldig op de klacht heeft gereageerd. Het OM heeft de klacht over de tegenstrijdige communicatie al gegrond verklaard. Het OM heeft in reactie op de klacht aan haar laten weten dat de communicatie naar haar toe tijdens de heroverwegingsprocedure niet duidelijk was. Het OM besloot daarom alsnog inhoudelijk op het heroverwegingsverzoek in te gaan. En dat is inmiddels ook gebeurd. De ombudsman kan de inhoudelijke reactie van het OM op de klacht verder volgen. De ombudsman vindt de klacht over de verdere klachtbehandeling ongegrond.