Politie moet ook zonder zienswijze agent klacht proberen te behandelen

Brief

Een man werd in de coronaperiode door de politie aangesproken vanwege een mogelijke overtreding van de avondklok omdat hij 's avonds bij de achterbak van zijn auto stond. Hij meende niet in overtreding te zijn omdat hij van zijn werk kwam en een verklaring van zijn werkgever kon overleggen. Toch kreeg hij een boete vanwege een niet noodzakelijke handeling aangezien hij een fles frisdrank in zijn handen had. De boete vocht hij aan bij de officier van justitie; over het handelen van de politie diende hij bij de politie een klacht in. De klachtbehandeling werd opgeschort.

Na anderhalf jaar trok de officier van justitie de boetebeschikking in vanwege een feit van geringe omvang/aard. De man verzocht vervolgens de politie de klachtbehandeling weer op te pakken. De klachtbehandelaar liet aan de man weten de klacht te sluiten omdat het niet mogelijk was om de zienswijze van de betrokken politieagent te krijgen. Hij betreurde dat dit kon en bood de man een gesprek aan met de teamchef. Dit weigerde de man en hij diende daarop een klacht in bij de ombudsman. In zijn klacht verzocht hij om de politie de opdracht te geven zijn klacht alsnog te behandelen.

De ombudsman was van oordeel dat de politie tekort geschoten was in de klachtbehandeling. De politie had de man ook per e-mail om een toelichting op de klacht kunnen vragen en had ook de andere bij het voorval betrokken politiemedewerker kunnen verzoeken een zienswijze te geven. Over het uitschrijven de boete geeft de ombudsman geen oordeel aangezien de officier van justitie met de intrekking van de boete feitelijk al had aangegeven dat die boete niet terecht was. Een oordeel van de politie of de ombudsman kan aan die conclusie niets toevoegen.