2011/040: Klachten over handelen CVZ in bezwaar- en beroepsprocedures

Rapport

Verzoeker woont in Spanje en valt sinds 1 januari 2006 onder de verplichte zorgverzekering (Zvw), die geldt voor mensen die in de EU of een verdragsland wonen en hun inkomen uitsluitend uit Nederland ontvangen. Hij diende in 2005, 2006 en 2007 bezwaren in bij het CVZ, onder andere tegen de inhouding van de Zvw-bijdrage op zijn AOW-uitkering (2007). Het CVZ verklaarde dit laatste bezwaar niet-ontvankelijk en stuurde dit door naar de SVB. Vervolgens trok het CVZ zestien maanden later deze niet-ontvankelijkverklaring weer in. Tien maanden later trok het CVZ ook de intrekkingsbeslissing weer in. Uiteindelijk droeg de rechtbank het CVZ (in beroep) op om een nieuwe beslissing op het bezwaar uit 2007 te nemen. Vervolgens nam het CVZ een beslissing op bezwaar waarin het besliste op alle ingediende bezwaren 2005, 2006 en 2007.
De gemachtigde van verzoeker had vijfmaal een klacht ingediend over de handelwijze van het CVZ in de bezwaar- en beroepsprocedures.

De klacht

Gemachtigde klaagde over de wijze waarop het CVZ zijn laatste klachtbrief had afgehandeld. Het CVZ was niet inhoudelijk ingegaan op enkele klachten, omdat gemachtigde beroep had ingesteld en deze zaak 'onder de rechter' was. Op één ander klachtonderdeel had het CVZ helemaal niet gereageerd.

Het oordeel van de Nationale ombudsman

De Nationale ombudsman oordeelde dat het CVZ geen goede redenen had aangevoerd waarom het inhoudelijk niet wilde ingaan op enkele klachtonderdelen. Dit was in strijd met het motiveringsvereiste. Dat het CVZ helemaal niet had gereageerd op één klachtonderdeel achtte de Nationale ombudsman in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

De klacht was derhalve gegrond.

Instantie: College voor zorgverzekeringen te Diemen

Klacht:

Niet ingegaan op enkele klachtonderdelen; niet gereageerd op een klachtonderdeel.

Oordeel:

Gegrond