Een man heeft een klacht ingediend bij Veilig Thuis over de wijze waarop medewerkers hem hebben behandeld, nadat hem een huisverbod is opgelegd. Een externe klachtencommissie heeft de klachten van de man behandeld en een advies uitgebracht. De meeste klachten vindt de commissie ongegrond. De man heeft hierna contact met de Nationale ombudsman opgenomen. Veilig Thuis heeft de man zelf niet geïnformeerd over de afhandeling van de klacht. Na een interventie door de ombudsman geeft Veilig Thuis aan haar werkwijze te zullen aanpassen. En voortaan klagers persoonlijk te zullen informeren over de afhandeling van een klacht.
Verder geeft Veilig Thuis aan dat als het gaat over klacht van de man, het beter was geweest om in een eerder stadium persoonlijk contact te zoeken om zijn onvrede bespreekbaar te maken. De Nationale ombudsman vindt het positief dat Veilig Thuis heeft aangegeven dat zij wil leren van de klacht van de man. Tegelijk geeft Veilig Thuis aan dat er sprake was van een negatieve wisselwerking als het gaat om het contact met de man. En dat onderdeel van het werk van Veilig Thuis soms betekent dat er indringende gesprekken plaatsvinden.
De ombudsman komt na onderzoek tot de conclusie dat de klachten door de adviescommissie zorgvuldig zijn behandeld. Over een klacht of Veilig Thuis al dan niet terecht aangifte heeft gedaan van ontvreemding van een televisie en stofzuiger onthoudt de ombudsman zich van een oordeel. De verklaringen van de man en Veilig Thuis staan haaks op elkaar en bovendien heeft Veilig Thuis hierover aangifte gedaan bij de politie.