Een echtpaar kreeg een brief van het OM waarin de strafzaak tegen hen geseponeerd werd. Het ging om een strafrechtelijk financieel onderzoek. Volgens het OM was er onvoldoende bewijs. Ongeveer anderhalf jaar later kreeg het echtpaar opnieuw een brief van het OM. Het OM wijzigde de eerdere reden om te seponeren. Volgens het OM was er wel voldoende bewijs voor witwassen. Maar omdat de Belastingdienst al had opgetreden vanwege het overtreden van de belastingregels, vond het OM dat de strafzaak geseponeerd kon worden. Er werd dus een andere sepotcode toegepast.
Het echtpaar was het niet eens met de wijziging van de sepotcode. Daarom dienden zij een klacht in bij het OM. Zij vroegen het OM om de wijziging van de sepotcode terug te draaien. Het OM vond de klacht ongegrond. Volgens het OM was de nieuwe code juist en deed deze recht aan de situatie. Wel erkende het OM dat de wijziging laat had plaatsgevonden en dat dit anders had gemoeten.
Omdat zij het niet eens waren met deze reactie van het OM, diende het echtpaar een klacht in bij de ombudsman. De ombudsman vroeg het OM om nog een keer te reageren op de klacht van het echtpaar. Vervolgens beoordeelde de ombudsman de klacht. Als de ombudsman een klacht over een sepotcode behandelt, kijkt de ombudsman of het OM de beslissing goed heeft uitgelegd en of deze redelijk is.
In dit geval vindt de ombudsman dat het OM voldoende gemotiveerd heeft gereageerd op het verzoek van het echtpaar. En dat de reactie redelijk is. Het OM heeft uitgelegd op basis waarvan het koos voor de nieuwe sepotcode. De ombudsman het OM volgen in de redenering dat de sepotcode in overeenstemming werd gebracht met de feitelijke situatie. Wel vindt de ombudsman dat de procedure bij het OM beter had gekund. Dat heeft het OM zelf ook erkend.