Een man klaagt dat tijdens zijn verblijf in een instelling van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn spullen zijn kwijtgeraakt.
Toen de man als vreemdeling naar Nederland kwam, moest hij een groot deel van zijn persoonlijke spullen achterlaten bij de Receptie Ingeslotene van de instelling waar hij in eerste instantie werd geplaatst. Hij klaagt onder meer dat hij bij vertrek uit de instelling zijn contactlenzen niet zou hebben teruggekregen. Ook zou de registratie van zijn spullen bij het inleveren daarvan onvoldoende precies zijn geweest.
De ombudsman heeft vragen gesteld aan DJI en de Commissie van Toezicht bij de instelling over de opslag en registratie van goederen. Uit het antwoord op de vragen bleek onder meer dat de man verschillende maanden na zijn vertrek had geklaagd bij DJI. Door DJI is meermaals gezocht naar de spullen die de man miste.
DJI heeft zich op het standpunt gesteld dat de ombudsman niet bevoegd is om over de klacht te oordelen. Dat zou de Commissie van Toezicht zijn.
De ombudsman constateert dat de instelling spullen mag innemen op grond van het Reglement regime grenslogies. Dat is een directeursbeslissing. In dergelijke gevallen is inderdaad de Commissie van Toezicht bij die instelling bevoegd en niet de ombudsman. De ombudsman constateert wel dat de registratie van de goederen onvoldoende was. Hierover zal in zijn algemeenheid met DJI in gesprek worden gegaan.