CBR maakt redelijke keuzes bij het opstellen van theorie-examen auto

Brief

Een man verdiept zich in het theorie-examen auto. Zijn dochter is gezakt voor dat examen. En had zich goed voorbereid. Hij stelt allerlei vragen aan het CBR over de inhoud en de manier van vragen stellen in het examen. De vragen gaan bijvoorbeeld over de door het CBR vastgestelde zak-slaaggrens en het toevoegen van het onderdeel gevaarherkenning. Daarnaast maakt hij formeel bezwaar tegen de uitslag van het examen. Zijn dochter is in de tussentijd geslaagd. Maar de man vindt  het belangrijk om zijn bezwaren tegen het examen te laten weten.

Het CBR reageert op de klacht met een brief waarin het ingaat op alle vragen. Daarin legt het CBR uit hoe het examen is opgesteld en welke deskundigen daarbij betrokken zijn. Over het bezwaar zegt het CBR dat in de wet is bepaald dat geen bezwaar kan worden gemaakt tegen de uitslag van een examen.

De man is niet tevreden met de reactie van het CBR. En dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. Hij vertelt over zijn bezwaren tegen het theorie-examen. Daarnaast licht hij toe dat zijn bezwaar gaat over de hele inhoud en de manier van vragen stellen bij het examen. Ook vindt de man het onterecht dat hij geen bezwaar kan maken.

De Nationale ombudsman verklaart de klacht ongegrond. Het klopt dat er volgens de wet geen mogelijkheid is om bezwaar tegen de uitslag of de inhoud van het examen in te dienen. Dat het niet mogelijk is om bezwaar te maken, is een keuze van de wetgever. De Nationale ombudsman kan geen klachten behandelen over degene die de wetten maakt.

De Nationale ombudsman beoordeelt verder of het CBR goed heeft uitgelegd waarom sommige keuzes zijn gemaakt bij het opstellen van het examen. De Nationale ombudsman beoordeelt dat het CBR voldoende heeft uitgelegd hoe het examen is gemaakt. Het CBR heeft ook toegelicht op welke manier deskundigen zijn betrokken en welke deskundigen dit zijn. Over de toevoeging van het onderdeel gevaarherkenning aan het examen geeft de Nationale ombudsman geen oordeel, omdat het hier gaat om algemeen regeringsbeleid.

Ook in de politiek wordt gesproken over de manier waarop de rijopleiding en de examens in Nederland zijn geregeld. In april 2021 bracht de heer Roemer een rapport uit over de rijopleiding in Nederland. Daarin gaat het ook over het theorie-examen en bijvoorbeeld het onderdeel gevaarherkenning. Dit rapport wordt besproken in de Tweede Kamer. Daarom kan de man zijn bezwaren tegen het theorie-examen ook aan de Tweede Kamer laten weten.