Verzoeker was op reis gegaan naar het buitenland zonder iemand daarvan in kennis te stellen. Zijn familie nam contact op met de politie over zijn 'vermissing'. Enige tijd daarna had de familie telefonisch contact met verzoeker. Verzoeker had een terugvlucht van land X naar land Y geboekt, omdat hij daar zou worden opgehaald door familie. Bij aankomst in land Y werd verzoeker opgewacht door de politie van dat land. Het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) had de autoriteiten van land Y verzocht om verzoeker naar Nederland te laten vliegen, zodat hij in Nederland kon worden aangehouden omdat het OM de reis niet vertrouwde. Verzoeker moest het vliegticket naar Nederland zelf betalen. Verzoeker vroeg het OM om de kosten van dit vliegticket te vergoeden. Het OM wees dit verzoek af. Vervolgens benaderde verzoeker de Nationale ombudsman.
Verzoeker klaagde erover dat het OM had geweigerd om de door hem gemaakte kosten voor een vliegticket van land Y naar Nederland te vergoeden.
De gang van zaken in dit geval, waarbij verzoeker werd gedwongen een vliegticket te kopen zodat hij naar Nederland kon vliegen en daar kon worden aangehouden, bevreemdde de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman zag niet in waarom de kosten voor het vliegticket voor rekening van verzoeker zouden moeten komen. Nu het beoogde doel van de Nederlandse autoriteiten aanhouding in Nederland was, was de Nationale ombudsman van oordeel dat de kosten voor het vliegticket in het algemeen belang waren gemaakt en niet onder het normale maatschappelijke risico van verzoeker vielen. Door te weigeren de kosten te vergoeden, had het OM in strijd met het redelijkheidsvereiste gehandeld.
Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman bood het OM verzoeker alsnog aan de kosten te vergoeden.
Redelijkheidsvereiste, niet behoorlijk.