Verzoeker is door vier politieambtenaren van zijn bed gelicht en meegenomen naar het politiebureau.
Verzoeker klaagde erover dat deze politieambtenaren hem daarbij hebben verwond aan zijn hoofd en been.
De Nationale ombudsman overwoog in deze zaak dat hij meer waarde hechtte aan de lezing van de politie. Hiertoe voerde de Nationale ombudsman ten aanzien van het letsel aan het hoofd vier argumenten aan. Ten eerste had verzoeker zich niet tegen zijn aanhouding verzet en gelet daarop achtte de Nationale ombudsman het niet voor de hand liggend dat een politieambtenaar in dat geval iemand een klap zou toedienen. Ten tweede had verzoeker de politieambtenaren zijn slaapkamer zien binnenkomen, maar niet kunnen aangeven met welk voorwerp hij op zijn hoofd zou zijn geslagen. Ten derde had verzoeker op het politiebureau niets verklaard over enige verwonding ten gevolge van de aanhouding. En tot slot overwoog de Nationale ombudsman dat verzoeker ook geen doktersverklaring had overgelegd. Ten aanzien van het letsel aan zijn been, was de Nationale ombudsman van oordeel dat hij het niet aannemelijk achtte dat dit letsel door toedoen van (een van) de politieambtenaren was ontstaan, omdat verzoeker zich had verzet tegen het overbrengen naar de politieauto en zich mogelijk door eigen toedoen had verwond. De politieambtenaren hadden dan ook niet in strijd met het evenredigheidsvereiste gehandeld.
Tevens klaagde verzoeker erover dat de politieambtenaren hem hebben vernederd door hem in zijn onderbroek naar het politiebureau af te voeren.
In deze zaak waren er geen omstandigheden aangevoerd die erop duidden dat de overbrenging naar het politiebureau zodanig urgent was dat verzoeker geen gelegenheid geboden kon worden om zich aan te kleden. Verzoeker had zich aan de andere kant wel passief tegen zijn aanhouding verzet en geweigerd mee te werken. De Nationale ombudsman erkende dat dit een reden kan zijn te besluiten een verdachte geen gelegenheid te bieden zich aan te kleden, maar om kleding voor hem mee te nemen naar het politiebureau. Met het oog op de menselijke waardigheid had het in de rede had gelegen verzoeker dan een laken, deken of dekbed om te slaan, zodat hij niet praktisch naakt over straat hoefde te gaan. De geringe afstand tussen de voordeur en de politieauto doet hieraan niet af, omdat de nieuwsgierigheid van de omwonenden door het langdurige politieoptreden inmiddels was gewekt en de politieambtenaren er rekening mee hadden dienen te houden dat zij zouden worden gadegeslagen. De politieambtenaren hebben dan ook in strijd met het vereiste van correcte bejegening gehandeld.