2010/216

Rapport

Nadat het LBIO de inning van de kinderalimentatie had overgenomen heeft het leggen van loonbeslag nog geruime tijd geduurd. Voorts zijn er onduidelijkheden over de berekening van de beslagvrije voet.

Verzoekster klaagt verder over de lange behandelingsduur van haar klacht. Ook klaagt zij erover dat in de klachtafdoening een onjuiste datum is opgenomen en dat het in te houden bedrag onjuist is berekend waadoor zij naar haar mening schade heeft geleden.

De Nationale ombudsman stelde vast dat de termijn van de klachtbehandeling ruimschoots was overschreden en dat er geen bericht van verdaging was verzonden. Hiermee heeft het LBIO, zoals het zelf had aangegeven, gehandeld in strijd met het vereiste van voortvarendheid.

Voort stelde de Nationale ombudsman vast dat geen juiste datum was opgenomen en dat het LBIO daarmee geen recht heeft gedaan aan de feitelijke situatie, waarmee het gehandeld heeft in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Ten slotte kon de Nationale ombudsman uit de klachtbehandeling niet opmaken hoe het LBIO de beslagvrije voet had berekend en welk bedrag had moeten worden ingehouden indien de beslagvrije voet juist was berekend. Omdat ook de visie van verzoekster niet bij de klachtafdoening was betrokken, heeft het LBIO gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste.

Andere klachten: afwijzing van het verzoek om schadevergoeding en niet frequent op de hoogte gehouden worden door het LBIO.

Aanbeveling: De Nationale ombudsman geeft de directeur van het LBIO in overweging om met

verzoekster in overleg te treden om te berekenen wat het in te houden bedrag zou zijn geweest indien tijdig loonbeslag zou zijn gelegd, zulks rekening houden met het bij de werkgever van de ex-echtgenoot op te vragen salaris over de desbetreffende maanden. Het LBIO zal vervolgens moeten bekijken of verzoekster daadwerkelijk door de gang van zaken nadeel heeft ondervonden. Om die reden geeft de Nationale ombudsman de directeur van het LBIO in overweging het verzoek van verzoekster om schadevergoeding opnieuw te bekijken, met inachtneming van hetgeen hierover in dit rapport wordt opgemerkt.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Behandelingsduur van de klacht; verkeerde datum vermeld in klachtafdoening; onjuiste berekening van in te houden bedrag; verzoek om schadevergoeding afgewezen; niet frequent op de hoogte gehouden .

Oordeel:

Gegrond