De Nationale ombudsman start een onderzoek naar de klachten en signalen van burgers over het zogeheten sociaal domein. Dit zijn zorg, jeugdhulp en begeleiding naar werk, taken die de Rijksoverheid bij gemeenten heeft neergelegd. Het gaat om de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. Hij start dit onderzoek uit eigen beweging vanwege de hoeveelheid klachten die hij sinds januari 2016 heeft ontvangen en de onduidelijkheid rondom de klachtbehandeling door gemeenten. Met dit onderzoek wil de ombudsman inzicht krijgen in de ervaringen van burgers in het sociaal domein en hoe gemeenten klachten en problemen van deze burgers oplossen.
Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle ondersteuning van mensen op het gebied van werk, inkomen, zorg, welzijn, opvoeden, opgroeien en jeugdhulp. Het jaar 2015 was nog een overgangsjaar maar de effecten van deze decentralisatie zijn begin 2016 meer zichtbaar en voor burgers voelbaar geworden. Dat maakt dat de ombudsman nu zijn onderzoek gaat doen.
Het bevorderen van de maatschappelijke participatie van burgers is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de decentralisaties. Deze zelfredzaamheid is echter niet vanzelfsprekend, blijkt uit eerder onderzoek van de ombudsman. Mensen in contact met het sociale domein zijn vaak erg afhankelijk van de overheid en veel minder zelfredzaam dan de overheid veronderstelt. De ombudsman onderzoekt wat burgers redelijkerwijze kunnen verwachten van het klachtrecht in het sociale domein. Het onderzoek wordt naar verwachting eind 2016 afgerond.