Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (het Waarborgfonds) heeft niet onbehoorlijk gehandeld door het huis van een Haags echtpaar aan te kopen en vervolgens met winst door te verkopen. Dit concludeert Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer, die de klacht van het echtpaar onderzocht.
Het echtpaar had Nationale Hypotheekgarantie (NHG). In dat geval scheldt het Waarborgfonds een eventuele restschuld bij verkoop van de woning kwijt als de eigenaren aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het echtpaar moest hun woning uiteindelijk gedwongen verkopen en bleef zitten met een restschuld. Het Waarborgfonds schold deze restschuld in eerste instantie niet kwijt, omdat het paar niet voldeed aan de voorwaarden. Ze vochten dit besluit aan. Vlak voor de zitting in hoger beroep schold het Waarborgfonds de restschuld alsnog kwijt. Het echtpaar voelde zich echter bedrogen omdat het Waarborgfonds de woning op de veiling bleek te hebben gekocht en later met winst te hebben doorverkocht. Die winst was groot genoeg om hun restschuld van te voldoen. Zij klaagden over de gang van zaken bij de ombudsman.
Restschulden beperken
De Nationale ombudsman vindt dat er geen sprake is van het optreden met twee petten door het Waarborgfonds. Het Waarborgfonds probeert op de veiling een zo hoog mogelijke bodemprijs voor een woning vast te stellen met het doel restschulden voor woningbezitters zo veel mogelijk te beperken. Om dit te bereiken biedt het Waarborgfonds mee in de opbodfase van de woningveiling. Daarna start het afmijnen. Biedt niemand op de woning, dan koopt het Waarborgfonds de woning voor de geboden bodemprijs. Het Waarborgfonds knapt de woning eventueel op en verkoopt deze door. Daarbij wordt soms winst en soms verlies gemaakt. De Nationale ombudsman vindt deze manier van handelen correct en in het belang van zowel individuele huiseigenaren als de instandhouding van het Waarborgfonds in zijn geheel.