De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, benadrukt dat ouders altijd 112 moeten bellen als ze hun kind vermissen. 'Achter 112 zitten deskundige meldcentrales die snel kunnen handelen', zegt hij in zijn rapport 'Kind vermist, Hoe de politie omgaat met meldingen van vermissing van minderjarigen'.
Aanleiding voor het onderzoek is de vermissing in 2011 van de 10-jarige Jennefer uit Rotterdam. Zij kwam door geweld om het leven. De moeder van Jennefer vindt dat de politie, toen zij de vermissing meldde, niet goed heeft gehandeld. Zij wil dat de politie ouders met een vermist kind altijd adequaat en respectvol helpt.
112-behandeling
Uit het onderzoek, dat in nauw overleg met politiemedewerkers heeft plaatsgevonden, is gebleken dat ouders vaak twijfelen of ze wel meteen 112 moeten bellen, terwijl een 112-melding het meest effectief blijkt. Hij adviseert de politie een campagne te beginnen om ouders hierop te wijzen. 'Maar ook ouders die zich bij de balie op het politiebureau melden of contact opnemen via 0900-8844, moeten een "112-behandeling" krijgen', vindt Brenninkmeijer. Bij vermissingen uit instellingen moet de deskundigheid van instellingen over de ernst van de situatie zwaar wegen bij de urgentiebepaling omdat zij de risico's het beste kunnen inschatten.
Eerste contact met de politie
De ombudsman onderzocht hoe het eerste contact van de ouder met de politie verloopt. Ouders moeten altijd serieus genomen worden. Uitgangspunt bij vermissingen is het belang van het kind. Snel en professioneel handelen is daarom essentieel. En ook is het van belang dat opsporingsmiddelen ingezet kunnen worden, ongeacht of er aanwijzingen zijn van een strafbaar feit. De ombudsman stelt vast dat er de laatste jaren al veel in gang is gezet bij de politie om te komen tot een uniforme en effectieve werkwijze. De komst van de Nationale politie biedt kansen om tot verdere verbetering te komen.