Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is zijn verplichtingen uit de Luchtvaartovereenkomst met betrekking tot de tarieven op de luchtvaartverbinding tussen Nederland en Suriname voldoende nagekomen. Dit concludeert de ombudsman in een herzien rapport hierover dat op 27 september is uitgekomen.
In een eerder rapport, dat uitkwam op 14 mei 2004, is dezelfde klacht ook onderzocht. De klacht luidde dat de minister onvoldoende toezicht zou houden op de vliegtarieven tussen Nederland en Suriname, althans de tarieven zou goedkeuren zonder relevant onderzoek in te stellen. Volgens de luchtvaartovereenkomst (LVO) die tussen Nederland en Suriname is afgesloten is de minister verplicht de tarieven te controleren én te zorgen voor goede luchtvaartbetrekkingen tussen de beide landen. Uit onderzoek van de Nationale ombudsman naar deze klacht destijds, bleek dat de minister had gevraagd aan de KLM en de SLM om hun samenwerking te evalueren en hierover in 2002 te rapporteren. Op grond van door het ministerie verstrekte informatie zou er twee jaar later nog steeds geen rapportage zijn geweest. De ombudsman oordeelde in zijn rapport dat de minister hierin een te passieve houding had aangenomen. Op grond van de LVO had van de minister meer actie verwacht mogen worden om aan te dringen op het tot stand komen van de rapportage. De ombudsman verklaarde de klacht dan ook gegrond.
Naar aanleiding van bovengenoemd rapport stelde kamerlid Van Bommel enkele vragen aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Uit het antwoord op deze vragen bleek dat er wel een evaluatierapport van de KLM en de SLM zou zijn en dat de Nationale ombudsman door het ministerie niet juist was geïnformeerd. Dit was voor de Nationale ombudsman reden om het onderzoek te heropenen en de klacht opnieuw te beoordelen.
Herzien rapport
In het herziene rapport staat dezelfde klacht centraal, maar bij de beoordeling is rekening gehouden met nieuw verkregen informatie en de inmiddels gewijzigde situatie in de luchtvaartonderhandelingen met Suriname. Op basis van de nieuwe informatie die de Nationale ombudsman heeft ontvangen concludeert hij dat de minister haar verplichtingen uit de LVO voldoende is nagekomen. De klacht is niet gegrond verklaard.
