Mevrouw Joosten* lijdt aan dementie en heeft daarom zorg nodig. Haar dochter Gea* wil daarover graag zelf de regie houden met een persoonsgebonden budget (pgb). Mevrouw Joosten is niet in staat dit zelf aan te vragen en te beheren, maar mag Gea dit zomaar voor haar dementerende moeder regelen? Ze vraagt het aan Zorgkantoor Nijmegen, onderdeel van Zorgkantorencoöperatie VGZ.
Het blijkt te mogen met een notariële volmacht, een bewijs dat de notaris opmaakt en waarin staat dat zij bevoegd is om namens haar moeder te handelen. Gea laat de volmacht opmaken en stuurt deze met het aanvraagformulier voor het pgb naar het zorgkantoor.
Al snel krijgt ze bericht: de aanvraag kan nog niet in behandeling worden genomen. De reden: er is een bewijs nodig dat mevrouw Joosten onder bewind is gesteld van Gea. Heel vreemd, vindt ze. Een notariële volmacht was toch voldoende? Dat had het zorgkantoor haar zelf verteld! Om bewindvoerder voor haar moeder te kunnen worden moet Gea naar de rechter, terwijl ze al tijd en kosten heeft gespendeerd aan de volmacht.
Gea dient een klacht in bij het zorgkantoor, maar het haalt niets uit. Het zorgkantoor kan de aanvraag pas afhandelen als Gea bewijs opstuurt dat haar moeder onder haar bewind is gesteld. Volgens het zorgkantoor blijft mevrouw Joosten met een notariële volmacht zelf aansprakelijk voor het beheer van het pgb. Alleen als zij onder bewind wordt gesteld van haar dochter kan het pgb door Gea worden beheerd. En haar moeder heeft nu snel zorg nodig, dus stapt Gea dan maar naar de rechtbank. Eenmaal onder bewind gesteld keurt het zorgkantoor de pgb-aanvraag alsnog goed.
Toch twijfelt Gea aan de gestelde eis door het zorgkantoor. Was onderbewindstelling echt noodzakelijk? Ze legt de zaak voor aan de Nationale ombudsman. Die vermoedt dat vast al eens eerder een cliënt van het zorgkantoor een afwijzing van het pgb heeft gekregen vanwege het ontbreken van onderbewindstelling. Een dergelijke beslissing kan voorgelegd worden aan de rechter. Daarom vraagt de ombudsman aan het zorgkantoor of dit al eens is gedaan en wat de uitspraak van de rechter was.
Na enig onderzoek antwoordt het zorgkantoor dat het een vergelijkbare zaak heeft gevonden. De rechter heeft toen bepaald dat ook derden een pgb voor de budgethouder kunnen en mogen beheren. Naar deze uitspraak is niet gekeken bij de beoordeling van Gea’s aanvraag. Het zorgkantoor betreurt dit en zegt contact op te nemen met Gea om samen tot een gepaste oplossing te komen.
* Gefingeerde namen
De personen op de foto zijn niet de personen uit deze column