Cliëntondersteuner, trekkingsrecht, Wmo. Enig idee wat deze termen en afkorting precies betekenen? Vast niet. En dat begrijpen wij. De wereld van de zorg is erg ingewikkeld. En de wirwar aan termen maakt het er niet makkelijker op. Daarom hierbij een handige zorgwijzer: zeven ingewikkelde (zorg)termen uitgelegd.
1. Wmo
Dat staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo regelt dat mensen ondersteuning van gemeenten kunnen krijgen. Stel: U bent iets ouder en minder vitaal. U kunt nog wel zelfstandig wonen, maar het lukt niet meer om alle huishoudelijke taken zelf uit te voeren. Dan kunt u ondersteuning aanvragen. De gemeente bekijkt dan uw persoonlijke situatie en bepaalt of u binnen de Wmo recht heeft op (huishoudelijke) hulp. Zo kunt u thuis blijven wonen. Het uitgangspunt is wel dat iedereen zo lang mogelijk voor zichzelf of elkaar zorgt. Die ondersteuning is dus alleen bedoeld voor mensen die echt niet zonder kunnen.
2. Wlz
Jawel, weer een afkorting. Hint: de W staat ook hier voor Wet. Wlz is de afkorting voor Wet langdurige zorg (Wlz). De wet is bedoeld voor kwetsbare ouderen en mensen met een beperking. Stel: U hebt een lichamelijke of verstandelijke aandoening of beperking. Of u hebt permanent zorg nodig. Thuis of in een instelling. Dan krijgt u te maken met de Wlz. Bij het aanvragen van langdurige zorg bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt dan bepaald of uw persoonlijke situatie binnen de Wlz valt.
3. Keukentafelgesprek
Wanneer u de gemeente om ondersteuning vraagt, wordt u binnen twee tot zes weken uitgenodigd voor een gesprek. Dat wordt ook wel het ‘keukentafelgesprek’ genoemd. (Wat niet betekent dat dit gesprek alleen in de keuken plaatsvindt; ook op het gemeentehuis of bij u op de bank is dat mogelijk). Tijdens dit persoonlijke gesprek wordt gekeken wat voor u nodig en mogelijk is.
4. Cliëntondersteuner
Hebt u problemen bij het aanvragen van zorg of ondersteuning? Begrijpt u niks van al die formulieren en/of ingewikkelde (zorg)termen? Of weet u niet hoe en met welke zorgverlener u contact moet leggen? Dan kan een cliëntondersteuner u helpen. De gemeente biedt namelijk gratis onafhankelijke cliëntondersteuning aan. Neem hiervoor contact op met uw gemeente om deze persoonlijke hulp aan te vragen.
5. PGB
Juist, deze letters staan voor persoonsgebonden budget (PGB). Dat is geld van de overheid waarmee u zelf zorg en/of ondersteuning kunt inkopen. Iedereen die dat vanwege een beperking, aandoening of stoornis nodig heeft, kan gebruikmaken van het PGB en/of van ‘zorg in natura’. Het persoonsgebonden budget vraagt u aan bij verschillende instanties. Dat is afhankelijk van het soort zorg dat u nodig hebt. Voor huishoudelijke hulp of jeugdhulp klopt u aan bij de gemeente. Voor langdurige zorg bij het zorgkantoor.
6. Eigen bijdrage
Let op! Verwar deze term niet met het ‘eigen risico’ van uw zorgverzekering. Want de ‘eigen bijdrage’ is echt iets anders. De eigen bijdrage is het bedrag dat u moet terugbetalen aan de overheid voor de zorg die u hebt ontvangen. Hoeveel dit is, hangt af van de overheidsinstantie en de hoogte van uw inkomen en vermogen. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) berekent en int de eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wmo en Wlz.
7. Trekkingsrecht
Nee, we hebben het hier niet over lootjes trekken. Het trekkingsrecht houdt in dat u het persoonsgebonden budget (PGB) niet op uw eigen bankrekening krijgt gestort. Het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) beheert dat geld namelijk. En betaalt rechtstreeks uit aan de zorgverlener(s) waar u de zorg inkoopt. U geeft wel zelf aan welk bedrag aan wie moet worden betaald. De SVB neemt dus een deel van de financiële administratie over. U kunt alle betalingen online bekijken.
Komt u er niet uit bij uw gemeente of het zorgkantoor? En krijgt u daardoor niet de zorg of ondersteuning die u nodig heeft? Dien dan online een klacht in of bel gratis met 0800 - 335 55 55. De Nationale ombudsman staat voor u klaar.