Als het gaat om aandacht voor burgerparticipatie scoort Delft hoog. Met Delfts Doen ontwikkelde de gemeente een programma om samen met bewoners, bedrijven en organisaties plannen voor de stad te maken. Het doel: betere plannen met meer draagvlak en een vlotte besluitvorming. Nationale ombudsman Reinier van Zutphen wilde hier meer over weten en bezocht de gemeente Delft tijdens zijn provincietour door Zuid-Holland. De centrale vragen: Wat is Delfts Doen en wat kunnen andere gemeenten daarvan leren?
Duidelijke richtlijnen
De kern van Delfts Doen is een set duidelijke richtlijnen, die helpen bij de voorbereiding van nieuwe initiatieven in de stad, wijk of buurt. Een van die richtlijnen is het zicht krijgen op wet- en regelgeving en het in beeld krijgen van de belanghebbenden bij een initiatief. Vervolgens is het belangrijk om het gesprek aan te gaan met alle belanghebbenden, met een open en actieve houding. Deze richtlijnen, bekend als de negen spelregels van Delfts Doen, zijn samen met inwoners, ondernemers en organisaties opgesteld. Ze zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en wensen voor de toekomst.
Kleurenwaaier voor de binnenstad
Eén van de initiatieven binnen Delfts Doen is de kleurenwaaier voor de binnenstad. Het oude stadscentrum van Delft kent ongeveer 1400 monumentale panden, die allemaal beschermd en onderhouden moeten worden. De kozijnen, ramen, deuren en gevels van deze panden zijn oorspronkelijk geschilderd in een modekleur uit een bepaalde tijd. Die kleuren zijn echter vaak verborgen onder vele verflagen in een kleur die meer bij onze tijd past en niet zozeer bij de historie van het pand.
Een aantal inwoners die werkzaam zijn op het gebied van (interieur-) architectuur en restauratie hebben zich verenigd in Stadslab Kleuren van Delft. Dit Stadslab onderzocht welke kleuren vroeger werden toegepast en stelden op basis daarvan een kleurenwaaier samen. De kleurenwaaier biedt een handvat voor bewoners in de binnenstad, die hun huis willen schilderen. Zo komen tevens vergeten kleuren weer tot leven, wordt een grote diversiteit van kleurgebruik gestimuleerd en wordt een samenhang gecreëerd in het kleurbeeld van de binnenstad.
Tijdens het bezoek van de ombudsman vertelde bevlogen architecte van het Stadslab, Martine Muller, enthousiast over de kleurenwaaier die in samenwerking met een aantal bewoners van de stad en deskundigen van de afdeling monumentenzorg tot stand is gekomen. Zij liet panden zien waar toepassing van de kleurenwaaier, mede op basis van advies van het Kleurenlab, tot een zeer fraai resultaat heeft geleid. Ook zag het gezelschap een paar panden waar de kleurenwaaier duidelijk niet was gebruikt door de eigenaren.
De Wallie
Tijdens het bezoek van de ombudsman kwam ook architect Willeke van de Groep aan het woord. Zij vertelde over het geslaagde burgerinitiatief de Wallie van de werkgroep "Kat uit de gracht". Zij gingen op zoek naar een goede oplossing voor het probleem dat regelmatig katten verdrinken in de Delftse grachten. De beestjes vinden aan de kades geen houvast waardoor zij zichzelf uit het water kunnen redden. De gemeente kon zich niet vinden in het idee om dikke touwen aan de kades te bevestigen en stuurde Willeke weg met de opdracht om zelf met een betere oplossing te komen. Als ontwerpster vond Willeke dat eigenlijk wel een mooie uitdaging. De TU Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland gaven Willeke tijdens gesprekken suggesties voor aanvullende functies voor haar ontwerp. De Wallie dient niet alleen als reddingsmiddel voor katten, honden en jonge eendjes die willen uitrusten, maar biedt ook uitkomst voor studenten die in het water belanden. En onder water zorgt een blok ervoor dat waterplanten rondom de Wallie kunnen groeien en ook de vissen een schuilplek in de gracht krijgen.
De Wallie
Toegankelijke gesprekspartner
Tijdens het werkbezoek aan Delft liet de gemeente zien dat het heeft geloond om samen te werken met inwoners. De inwoners die de ombudsman sprak, vinden de gemeente een toegankelijke gesprekspartner waarmee het goed samenwerken is. En als de gemeente een plan in eerste instantie niet ziet zitten, zoals het plaatsen van touwen voor de katten, dan wil dat niet zeggen dat er geen goed resultaat kan worden geboekt (de Wallie). De gemeente gaf aan haar bewoners veel ruimte te willen geven voor eigen initiatieven en graag daarover in een zo vroeg mogelijk stadium in gesprek te gaan met de betrokkenen. De gemeente biedt daarbij haar 'monumentale' expertise en kennis over de toepasselijke regels aan, maar wil ook graag meedenken vanuit de belangen van haar inwoners.
“Heb je een voorstel voor verbetering van je stad, wijk of buurt? Ga in gesprek met je gemeente! En houd vol. Er is bij de overheid vaak meer mogelijk dan je denkt.”
Vindingrijkheid en betrokkenheid
De ombudsman was onder de indruk van de vindingrijkheid van de inwoners van Delft en van de betrokkenheid van de gemeente. Daar kunnen ook andere gemeenten wat van leren. De voornaamste aanbeveling voor gemeenten: zeg in principe altijd ‘ja’ tegen plannen van inwoners als vertrekpunt om vervolgens samen te onderzoeken of het plan uitvoerbaar is. En voor burgers: heb je een voorstel voor verbetering van je stad, wijk of buurt? Ga in gesprek met je gemeente! En houd vol. Er is bij de overheid vaak meer mogelijk dan je denkt.
Soepele burgerparticipatie
De Nationale ombudsman ontvangt regelmatig klachten over situaties waarin het misgaat tussen gemeenten en hun inwoners. Daarom onderzocht de ombudsman eerder hoe overheden ervoor kunnen zorgen dat burgerparticipatie soepeler verloopt. De ombudsman formuleerde een aantal aanbevelingen voor overheidsinstanties. Delfts Doen leek daarvan een goed voorbeeld en daarom ging de Nationale ombudsman dan ook naar Delft.